Op deze paginga zullen de curatoren U op de hoogte houden van de relevante evoluties in het faillissementsdossier.
7 juli 2016 - Verzekeringsproducten:
Voor klanten van de nv Optima Bank die verzekeringspolis(sen) hebben afgesloten via de nv Optima Bank als verzekeringsmakelaar.
Bij deze wordt U ervan ingelicht dat de curatoren van het faillissement onderhandelingen voeren met het oog op een overname van de verzekeringsportefeuille van de nv OPTIMA BANK als makelaar, zodat een verdere dienstverlening met betrekking tot Uw verzekeringspolis(sen) zou worden gewaarborgd. Uw verzekeringspolis(sen) bij de respectievelijke verzekeringsmaatschappijen lopen gewoon verder. U dient dus vandaag niets te ondernemen. U zult spontaan verder op de hoogte worden gehouden.
7 juillet 2016 - Les produits d'assurances:
A l’attention des clients de la SA Optima Bank qui ont contacté une/des police(s) d’assurance via la SA Optima Bank comme entreprise de courtage d’assurances :
On vous informe que les curateurs de la faillite ont engagé des négociations en vue de la reprise du portefeuille d’assurances de la SA Optima Bank comme entreprise de courtage d’assurances, afin qu’une continuité dans la prestation des services puisse être garantie.
Vos polices d’assurances auprès des sociétés d’assurances respectives se prolongent. Aujourd’hui vous n’avez pas de mesures à prendre. On vous tiendra au courant.
17 augustus 2016 - Aangiften van schuldvordering
Aangiften verstuurd per mail, fax of brief aan (een van) de curatoren of op het adres van de NV OPTIMA BANK zijn geen geldige aangiften en worden genegeerd.
Uw aangifte van schuldvordering is niet op correcte wijze ingediend zoals voorzien in de wet en aangegeven in de begeleidende brief die u hebt ontvangen.
Alleen met de aangiften die ter griffie van de rechtbank van koophandel te Gent, afdeling Gent zijn ingediend, zal rekening worden gehouden.
Gelet op de specificiteit van dit faillissement en de enorme omvang ervan, zijn wij genoodzaakt deze strikte houding aan te nemen.
U kunt dit nog rechtzetten door uiterlijk tot 14 juni 2017 op correcte wijze uw schuldvordering TER GRIFFIE indienen.
Indien u ondertussen van het Fond de Garantie reeds volledig bent terugbetaald, is het niet meer nodig nog een schuldvordering in te dienen.
17 août 2016 - Declaration de créance
Les déclarations envoyées par mail, par fax ou par lettre aux ou à un des curateurs ou à l’adresse de la SA OPTIMA BANK sont invalides et seront niées.
Votre déclaration de créance n’a pas été soumise correctement conformément à la loi et mentionné dans la lettre d’accompagnement que vous avez reçue.
Uniquement les déclarations soumises au greffe du Tribunal de Commerce à Gand seront prises en considération.
Vous avez toujours la possibilité de soumettre correctement votre déclaration de créance AU GREFFE jusqu’au 14 juin 2017.
Si par ailleurs le Fonds de Garantie vous a déjà remboursé la somme totale, vous ne devez plus soumettre de déclaration de créance.
15 juni 2017 - Afwikkeling faillissement: Tussentijdse stand van zaken
15 juni 2018 - Afwikkeling faillissement
TUSSENTIJDSE STAND VAN ZAKEN FAILLISSEMENT NV OPTIMA BANK
Navolgende algemene informatie geldt onder voorbehoud van alle rechten, en zonder enige nadelige erkentenis die in rechte of buiten rechte tegen de curatele/Optima Bank zou kunnen worden aangewend.
Op 15 juni 2016 verklaarde de Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Gent de NV OPTIMA BANK failliet.
Twee jaar later maken de curatoren een stand van zaken op nu er sinds 15 juni 2017 geen aangiften van schuldvordering meer kunnen ingediend worden en het Garantiefonds haar tussenkomst op 9 juni 2017 heeft afgesloten.
De curatoren hebben nu een beter zicht op de omvang van het aangegeven passief dat mogelijks tussen de 100 en 115 miljoen euro bedraagt en ondertussen hebben zij ook al behoorlijk wat actief kunnen realiseren voor ruim 83 miljoen EUR.
Dit heeft hen in staat gesteld om reeds de saldi van de tegoeden van de ex-werknemers in maart 2018 uit te betalen.
Ook de rekeninghouders die geen openbare overheden zijn zullen de volledige saldi ontvangen die zijn niet via het Garantiefonds recupereerden of die geen tussenkomst van het Garantiefonds hebben gevraagd.
Voor de gewone schuldeisers w.o. de rekeninghouders openbare overheden is het nog voorlopig afwachten of er voor hen een dividend zal zijn, maar de kans is zeer reëel. Naast een maximalisatie van het actief wordt er ook gepoogd om door passiefbeperking het eventueel dividend zo hoog mogelijk te krijgen
OPGELET : gelieve voorlopig niet nodeloos bij de curatoren naar de stand van zaken te informeren of fiscale attesten te vragen m.b.t. het gewoon passief.
Een nieuwe evaluatie zal gemaakt worden rond 15.6.2019 en publiek gemaakt worden op deze website.
Dit verslag geeft aan wat er sinds het vorig jaarverslag per 15.6.2017 aan werkzaamheden is verricht en wat de actuele stand van zaken is.
I. Evoluties in de realisatie van activa
1.Onroerende goederen
2.Roerende activa
Alles werd grotendeels gerealiseerd in 2016/2017.
Nog te verkopen :
Obligaties Griekenland (huidige waarde ruim 90.000 EUR) : vervaldatum 15/10/2042
Obligatielening Stad Gent van 500.000 EUR : vervaldatum 01/03/2023
Er blijven nog enkele verouderde IT toestellen en een bedrijfswagen over die noodzakelijk waren voor de werkzaamheden verricht door een in dienst gehouden personeelslid (zie verder) De verkoop is gepland in 2018.
3.Vorderingen en lopende procedures
3.1.Diverse aansprakelijkheidsprocedures
(i)OPTIMA BANK / voormalige bestuurders , directieleden en NBB inzake funding-discussie
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders , directieleden en NBB ten belope van 10.083.937,09 EUR.
Hangende voor Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel. Pleitdata: 5 en 6 maart 2020.
(ii)OPTIMA BANK / voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP, voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA GROUP en EY inzake Optima Group-discussie
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP en EY ten belope van 2.386.619,94 EUR.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP, bestuurders en directieleden OPTIMA GROUP en EY ten belope van 3.348.514,70 EUR.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de stafprocedure.
(iii)OPTIMA BANK / voormalige bestuurders en directieleden inzake kennelijk grove fout
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK wegens kennelijk grove fout, waarbij betaling van het netto-passief wordt gevorderd.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de strafprocedure.
(iv)Klacht met burgerlijke partijstelling
Klacht met burgerlijke partijstelling vanwege de curatoren in het lopende gerechtelijk onderzoek geleid door Onderzoeksrechter Serlippens.
3.2.Uitvoering verbintenis Jeroen Piqueur voor 20.000.000,00 EUR in hoofdsom
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 19 september 2016.
Dhr. Piqueur werd bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent veroordeeld tot betaling van 20.000.000 EUR, meer de gerechtelijke interesten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.
Dhr. Piqueur heeft bij verzoekschrift van 4 juni 2018 hoger beroep aangetekend. De zaak wordt op 5 september 2018 ingeleid.
Beschikking van de beslagrechter van 23 juni 2016 (A.R. 16/937/B)
Krachtens voornoemde beschikking heeft de curatele per exploten van 23 juni 2016 bewarend beslag laten leggen op (i) een voertuig Rolls Royce Phaton, (ii) een voertuig Porsche Carrera GT en (iii) diverse roerende goederen behorende tot de inboedel van de heer Jeroen Piqueur
Op 19 juli 2016 heeft dhr. Piqueur verzet aangetekend tegen de beschikking. De beslagrechter heeft het verzet middels beschikking van 7 februari 2017 afgewezen als ongegrond.
Op 18 april heeft dhr. Piqueur een verzoekschrift houdende akte van hoger beroep neergelegd. De zaak werd in beraad genomen. Uitspraak is voorzien voor eind september 2018.
Beschikking van 29 juni 2016 (A.R. 16/971/B)
Krachtens voornoemde beschikking heeft de curatele per exploten van 29 juni 2016 bewarend beslag laten leggen onder derden van aan dhr. Piqueur gelieerde vennootschappen.
Op 19 juli 2016 heeft dhr. Piqueur verzet aangetekend tegen de beschikking. Op 3 oktober 2016 is BENIFISCO vrijwillig tussengekomen in de procedure. De beslagrechter heeft het verzet middels beschikking van 7 februari 2017 afgewezen als ongegrond
Op 18 april 2017 heeft dhr. Piqueur een verzoekschrift houdende akte van hoger beroep neergelegd. BENFISCO tekende incidenteel beroep aan. De zaak werd uitgesteld naar de zitting van 4 september 2018.
Beschikking van 29 juni 2016 (A.R. 16/972/B)
Krachtens voornoemde beschikking heeft de curatele per exploot van 29 juni 2016 bewarend beslag laten leggen op (i) een voertuig van het type Aston Martin en (ii) een voertuig Club Car MT.
Er werd geen verzet aangetekend.
Inmiddels wordt overgegaan tot uitvoerend beslag.
De vordering in revindicatie van Garage Vandenberghe betreffende de Porsche werd door de Beslagrechter gegrond verklaard. De curatele heeft hierin berust.
Mevr. Schumacher heeft de curatele en dhr. Piqueur gedagvaard per 14 september 2016 teneinde de persoonlijke verbintenis nietig te horen verklaren op grond van (i) artikel 224, § 1, 4 B.W. en (ii) wilsgebreken.
De vordering werd afgewezen bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 8 juni 2017.
Mevrouw Schumacher en dhr. Piqueur hebben hoger beroep aangetekend. De zaken wordt gepleit op 19 september 2019.
3.3. Procedures tegen IMACO NV en Jeroen Piqueur als borgsteller
Dagvaarding wege de curatoren op 18 januari 2017.
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 20 december 2017 werd de vordering gegrond verklaard.
IMACO en dhr. Piqueur werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de som van (i) 885.029,68 EUR, (ii) 20.294,77 EUR en (iii) 61.590,53 EUR, meer de conventionele en gerechtelijke interesten. Dhr. Piqueur werd veroordeeld tot betaling van de som van 22.412.59 EUR.
IMACO en dhr. Piqueur tekenden op 28 februari 2018 hoger beroep aan.
IMACO verzocht om toegelaten te worden tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie.
Tussenkomst vanwege de curatoren dd. 12 juni 2018 met oog op afwijzing verzoek.
Verzoek IMACO afgewezen bij vonnis van 19 juni 2018.
Hoger beroep door IMACO wordt behandeld op 10 september 2018.
3.4. OPTIMA BANK / YES
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op intrekking van het reorganisatieplan wegens niet uitvoering ervan dd. 27 februari 2018.
YES werd inmiddels failliet verklaard. Mr. I. Van de Mierop werd aangesteld als curator.
De curatoren verrichtten aangifte van schuldvordering voor een provisioneel bedrag van 11.048.385,68 EUR.
Procedure hangende voor Nederlandstalige rechtbank van koophandel Brussel (rol in afwachting van standpunt curator YES).
3.5. OPTIMA BANK / Chantiers – SFI PRIVATE
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op betaling van een bedrag van 235.550,00 EUR in hoofdsom dd. 13 januari 2017.
Procedure hangende voor de rechtbank van koophandel Waals-Brabant. Pleitdatum: 19 september 2018.
3.6.Pro memorie
Pro memorie laten de curatoren opmerken dat nog diverse andere gerechtelijke procedures lopen, die (i) ofwel reeds hangende waren op datum van faillissement van OPTIMA BANK, ofwel (ii) tijdens het faillissement werden ingeleid in het kader van passiefdiscussies.
4.Inning lopende kredieten
a)Kredieten niet gelinkt aan de consorten Land Invest Group/Piqueur
Alle kredieten werden lange tijd voor het faillissement opgezegd in het kader van de afbouw van de bankactiviteiten. Er waren 3 probleemgevallen die niet opgelost geraakten, waarmee de curatele dan een afbetalingsplan heeft afgesloten.
b)De kredieten door OPTIMA BANK verleend aan de consoorten Land Invest Group zijn (i) ofwel volledig terugbetaald, (ii) ofwel geïncorporeerd in dadingen die actueel nog hangende zijn.
II Overzicht passief en uitgaven
Enkele vaststellingen en evoluties sinds 6.9.2016 m.b.t. het passief dat toen geraamd werd op 115 684 610,24 EUR
aanvaard gewoon passief 515 931,64 EUR
aangehouden bevoorrecht passief 40 415 095,33 EUR
aangehouden gewoon passief 74 753 583,27
Of een potentieel passief van ruim 115 miljoen euro dat zoals hierna aangegeven in een verder fase gevoelig kan verminderen.
Delen van de schuldvorderingen van de individuele rekeninghouders zullen dan ook komen te vervallen doch de precieze omvang zal pas kunnen bepaald worden in de loop van 2018/2019.
Zowel het Garantiefonds als de rekeninghouders (natuurlijke personen en KMO’s) voor de saldi die niet door het GF vergoed werden, zijn bevoorrecht. Velen hebben dit bij hun aangifte over het hoofd gezien maar de curatele zal dit zoveel als mogelijk laten rechtzetten.
Ook het FSO werd terugbetaald voor de vordering in de rang van art.19.3 Hyp.W. en tevens de inhoudingen RSZ (werknemersbijdragen). De inhoudingen Bedrijfsvoorheffing moeten nog aangegeven en betaald worden.
Daarnaast is er ook nog de procedure in Spanje tegen Banco Inversis die tot nu toe gunstig is verlopen en naast recuperatie van actief, kan dit een passief beperking van 1,5 miljoen EURO met zich mee brengen. Deze procedure is evenwel nog hangende voor het Spaanse Hooggerechtshof (Cassatie)
Tot 1 juni 2018 werd de hoofdboekhouder in dienst gehouden om de curatoren bij te staan in de vereffeningswerkzaamheden en de afbouw van de bankactiviteiten. Deze kost valt weg in de toekomst
III Vooruitzicht op betaling
Actueel is er nog actief beschikbaar van ongeveer 75 miljoen euro (na aftrek van de boedelkosten en de reeds uitbetaalde schuldeisers (sociale voorrechten en pandhouders) voor een bedrag van 6 871 938,42 EUR.
Rekening moet uiteraard ook gehouden worden met de bijkomende boedelkosten die kunnen geraamd worden op 2 miljoen euro gezien de te verwachten lange looptijd van de vereffening van dit faillissement, maar er zal ook nog bijkomend actief gerealiseerd worden zodat het thans nog moeilijk in te schatten is hoeveel uiteindelijk zal kunnen verdeeld worden onder de schuldeisers.
Alle cijfers zijn dus louter een prognose op basis van gekende gegevens en inschatting van onbekende gegevens en zijn dus onder alle voorbehoud.
Dit betekent dat volgende bevoorrechte schuldeisers hun vordering volledig zullen betaald zien :
Er lopen ook nog procedures van 2 schuldeisers die de weigering tot tussenkomst van het Garantiefonds aanvechten voor de Raad van State en beweren dat ook zij van de tussenkomst van het GF kunnen genieten omdat zij in tegenstelling met het standpunt van het Garantiefonds stellen geen openbare overheid te zijn en dus in aanmerking komen voor tussenkomst en bevoorrechting voor het saldo. Deze schuldeisers vertegenwoordigen een schuldvordering van toch 3 miljoen euro.
Louter theoretisch op basis van boordtabellen gekend bij aanvang van het faillissement zou dat een bedrag van ongeveer 10 miljoen euro vertegenwoordigen zodat deze naar verwachting hun volledige vordering zullen recupereren.
Naar verwachting zal er dus ook voor de gewone schuldeisers (waarin begrepen de leveranciers en de openbare overheden en financiële instellingen met rekeningen bij de bank die niet onder de waarborg van het GF vallen) een dividend zijn.
Gent, 15 juni 2018
Geert Defreyne Matthias Gesquière Hans De Meyer
ETAT INTERMEDIAIRE DE LA FAILLITE D'OPTIMA BANQUE S.A.
Les informations générales suivantes sont fournies sous réserve de tous les droits et sans reconnaissance préjudiciable susceptible d'être invoquée judiciairement ou extrajudiciairement contre la curatelle/Optima Banque.
Le 15 juin 2016, le tribunal de commerce de Gand, Division Gand, a prononcé la faillite d'OPTIMA BANQUE S.A.
Deux ans plus tard, les curateurs dressent un état des lieux, maintenant que plus aucune déclaration de créance ne peut être soumise depuis le 15 juin 2017 et que le Fonds de garantie a clôturé son intervention le 9 juin 2017.
Les curateurs ont actuellement une meilleure perception de l'importance du passif déclaré, qui peut se situer entre 100 et 115 millions d'euros, et dans l'intervalle ils ont déjà pu réaliser un montant considérable d'actifs, pour plus de 83 millions d'euros.
Ceci leur a permis de verser déjà en mars 2018 les soldes des arriérés des anciens salariés.
Les titulaires de comptes autres que les pouvoirs publics recevront également les soldes intégraux qu'ils n'ont pas recouvrés par l'intermédiaire du Fonds de garantie ou qu'ils n'ont pas demandés par le biais du Fonds de garantie.
Pour les créanciers chirographaires, y compris les pouvoirs publics titulaires de comptes, il reste à voir s'il y aura pour eux un dividende, mais les chances sont très réelles. Outre la maximisation de l'actif, on s'efforce également de limiter le passif afin de maximiser ainsi le dividende éventuel.
ATTENTION : Pour l'instant, veuillez ne pas vous enquérir inutilement auprès des curateurs de l'état de la situation ni demander des certificats fiscaux concernant le passif chirographaire.
Une nouvelle évaluation sera faite vers le 15.6.2019 et sera publiée sur le présent site web.
Le présent rapport fait état des travaux effectués depuis le rapport annuel précédent du 15.6.2017 et de l'état actuel de la situation.
I. Évolutions dans la réalisation des actifs
1.Biens immobiliers
-réalisés : Halsberg-Van Oost (Drongen) recette : 863 095,18 euros
-encore à réaliser :
ounités commerciales à Diegem Vente publique 26/06/2018 : absence d'acquéreurs potentiels (strictement parlant pas une propriété d'Optima Banque / réalisation dans le cadre d'une transaction avec IMMODEG).
oemplacements de stationnement Frans Ackermansstraat (Gand) : des incertitudes subsistent concernant le titre de propriété.
2.Actifs mobiliers
L'ensemble de ces actifs a été réalisé en grande partie en 2016/2017.
Encore à vendre :
Actions Tessenderlo Chemie (valeur actuelle plus de 74.000,00 euros) ;
Encore à percevoir :
Obligations Grèce (valeur actuelle plus de 90.000 euros) : échéance 15/10/2042
Emprunt obligataire Ville de Gand pour un montant de 500 000 euros: échéance 01/03/2023
Un petit montant a encore été perçu à travers la vente des portefeuilles d'assurances.
La vente du mobilier des locaux d'archives Keizer Karelstraat a rapporté environ 3.000 EUR.
Restent quelques appareils IT obsolètes ainsi qu'une voiture de société nécessaires pour les travaux effectués par un membre du personnel resté employé (voir plus loin). La vente est prévue en 2018.
3.Créances et procédures en cours
3.1.Procédures en responsabilité diverses
(i)OPTIMA BANQUE / anciens administrateurs, membres de la direction et la BNB dans le cadre des discussions sur le financement
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs, membres de la direction et de la BNB à concurrence de 10 083 937,09 euros.
En cours devant le tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles. Dates des plaidoiries : 5 et 6 mars 2020.
(ii)OPTIMA BANQUE / anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE, OPTIMGA GROUP, anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA GROUP et EY dans le cadre de la discussion sur Optima Group.
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE, OPTIMA GROUP et EY à concurrence de 2 386 619,94 euros.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE, OPTIMA GROUP, administrateurs et membres de la direction d’OPTIMA GROUP et EY à concurrence de 3 348 514,70 euros.
Renvoyée au rôle spécial dans l'attente de la procédure pénale.
(iii)OPTIMA BANQUE / anciens administrateurs et membres de la direction dans le cadre d'une faute grave manifeste
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE en raison de faute grave manifeste, réclamant le paiement du passif net.
Renvoyée au rôle spécial dans l'attente de la procédure pénale.
(iv)Plainte avec constitution de partie civile
Plainte avec constitution de partie civile de la part des curateurs dans l'enquête judiciaire en cours, dirigée par le juge d'instruction Serlippens.
3.2.Exécution de l'obligation Jeroen Piqueur pour 20 000 000,00 euros en principal
-Au fond
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 19 septembre 2016.
M. Piqueur a été condamné par jugement du Tribunal de première instance de Flandre orientale, division Gand, au paiement de 20 000 000 euros, majorés des intérêts légaux. Le jugement est exécutoire par provision.
M. Piqueur a interjeté appel par requête du 4 juin 2018. L'affaire sera introduite le 5 septembre 2018.
-Saisie
-Ordonnance du juge des saisies du 23 juin 2016 (A.R. 16/937/B)
-En vertu de l'ordonnance précitée, la curatelle a procédé par exploits du 23 juin 2016 à la saisie conservatoire (i) d'un véhicule Rolls Royce Phamton, (ii) d'un véhicule Porsche Carrera GT et (iii) de divers biens meubles faisant partie du mobilier de monsieur Jeroen Piqueur.
-Le 19 juillet 2016, M. Piqueur a formé opposition contre l’ordonnance. Le juge des saisies a rejeté l'opposition moyennant ordonnance du 7 février 2017 comme étant non fondée.
-Le 18 avril, M. Piqueur a déposé une requête portant acte d'appel. L'affaire a été prise en délibéré. L'arrêt est attendu pour la fin septembre 2018.
-Ordonnance du 29 juin 2016 (A.R. 16/971/B)
-En vertu de l'ordonnance précitée, la curatelle a ordonné par exploits du 29 juin 2016 la saisie-arrêt conservatoire des sociétés liées à M. Piqueur.
-Le 19 juillet 2016, M. Piqueur a formé opposition contre l’ordonnance. Le 3 octobre 2016, BENIFISCO est intervenu volontairement à la procédure. Le juge des saisies a rejeté l'opposition moyennant ordonnance du 7 février 2017 comme étant non fondée.
-Le 18 avril 2017, M. Piqueur a déposé une requête portant acte d'appel. BENIFISCO a interjeté appel incident. L'affaire a été reportée à la séance du 4 septembre 2018.
-Ordonnance du 29 juin 2016 (A.R. 16/972/B)
-En vertu de l'ordonnance précitée, la curatelle a ordonné par exploit du 29 juin 2016 la saisie conservatoire (i) d'un véhicule du type Aston Martin et (ii) d'un véhicule Club Car MT.
-Aucune opposition n'a été formée.
Il est actuellement procédé à la saisie d'exécution.
La requête en revendication de Garage Vandenberghe concernant la Porsche a été déclarée fondée par le juge des saisies. La curatelle a acquiescé à cette décision.
-Demande de madame Schumacher (épouse Jeroen Piqueur)
Mme Schumacher a assigné à comparaître la curatelle et M. Piqueur au 14 septembre 2016 afin d'entendre déclarer la nullité de l'obligation personnelle en vertu (i) de l'article 224, § 1, 4 du Code civil et (ii) de vices de consentement.
La demande a été rejetée par jugement du Tribunal de première instance de Gand, division Gand, du 8 juin 2017.
Madame Schumacher et M. Piqueur ont interjeté appel. Les affaires seront plaidées le 19 septembre 2019.
3.3. Procédures contre IMACO SA et Jeroen Piqueur en tant que garant
-Procédure au fond contre IMACO et M. Piqueur relative aux crédits à rembourser
Citation à comparaître de la part des curateurs le 18 janvier 2017.
La demande a été déclarée fondée par jugement du Tribunal de première instance de Gand, division Gand, du 20 décembre 2017.
IMACO et M. Piqueur ont été condamnés solidairement au paiement de la somme de (i) 885 029,68 EUR, (ii) 20 294,77 euros et (iii) 61 590,53 euros, majorés des intérêts conventionnels et légaux. M. Piqueur a été condamné au paiement de la somme de 22 412 59 euros.
IMACO et M. Piqueur ont interjeté appel le 28 février 2018.
-Réorganisation judiciaire / faillite
IMACO a demandé à être admis à la procédure de réorganisation judiciaire.
Intervention de la part des curateurs en date du 12 juin 2018 en vue du rejet de la demande.
Demande d'IMACO rejetée par jugement du 19 juin 2018.
L'appel d'IMACO sera traité le 10 septembre 2018.
3.4. OPTIMA BANQUE / YES
Citation à comparaître de la part des curateurs en vue du retrait du plan de réorganisation en raison de sa non-exécution en date du 27 février 2018.
Dans l'intervalle, YES a été déclaré en faillite. M. I. Van de Mierop a été nommé curateur.
Les curateurs ont fait une déclaration de créance pour un montant provisionnel de 11 048 385,68 euros.
Procédure en cours devant le tribunal de commerce néerlandophone de Bruxelles (rôle dans l'attente de la position du curateur YES).
3.5. OPTIMA BANQUE / Chantiers – SFI PRIVATE
Citation à comparaître de la part des curateurs en vue du paiement d'un montant de 235 550,00 euros en principal en date du 13 janvier 2017.
Procédure en cours devant le tribunal de commerce du Brabant wallon Date des plaidoiries : 19 septembre 2018.
3.6.Pour mémoire
Les curateurs font remarquer pour mémoire que diverses autres procédures judiciaires sont en cours, qui (i) étaient déjà en cours à la date de la faillite d'OPTIMA BANQUE ou (ii) ont été initiées pendant la faillite dans le cadre des discussions sur les passifs.
4.Perception des crédits en cours
a)Crédits non liés aux consorts Land Invest Group/Piqueur
Tous les crédits ont été résiliés longtemps avant la faillite dans le cadre de la réduction progressive des activités bancaires. Il y a eu 3 cas problématiques non résolus, avec lesquels la curatelle a ensuite conclu un plan de remboursement.
-Beverbrugge sa : rembourse sur une base mensuelle (solde capital en date du 15/06/2018 : 138 485,61 euros)
-Van Nevel - Borre : rembourse sur une base mensuelle (solde capital en date du 30/06/2018 : 351 717,27 euros)
-Mediageuzen : crédit remboursé intégralement au 09/02/2018 : paiement du solde de 875 653,46 euros
b)Les crédits accordés par la OPTIMA BANQUE aux consorts Land Invest Group ont été (i) soit remboursés intégralement, (ii) soit incorporés dans des transactions qui sont actuellement encore en cours.
II Relevé des passifs et des dépenses
Constats et évolutions depuis le 6.9.2016 concernant le passif estimé à l'époque à 115 684 610,24 euros
-Le 6.9.2017, le 2e procès-verbal de vérification des déclarations de créances a été établi, faisant apparaître les éléments suivants :
o passif chirographaire accepté : 515 931,64 euros
opassif privilégié détenu : 40 415 095,33 euros
opassif chirographaire détenu : 74 753 583,27
Soit un passif potentiel de plus de 115 millions d'euros susceptible de diminuer sensiblement dans une phase ultérieure, comme indiqué ci-après.
-Il y avait un chevauchement important entre la déclaration de créance du Fonds de garantie et celle des titulaires de comptes individuels qui ont été remboursés dans l'intervalle. Dans l'intervalle, la créance initiale du Fonds de garantie est passée de 30,5 millions d'euros à plus de 50 millions d'euros.
Des parties des déclarations de créances des titulaires de comptes individuels seront dès lors caduques mais le montant exact ne pourra être déterminé que dans le courant de 2018/2019.
Tant le Fonds de garantie que les titulaires de comptes (personnes physiques et PME), pour les soldes non remboursés par le FG, sont privilégiés. Nombreux sont ceux qui ont perdu de vue cet aspect dans leur déclaration, mais la curatelle rectifiera les choses autant que possible.
-Toutes les déclarations de créances des quelque 170 travailleurs qui ont présenté une créance ont été acceptées, les documents sociaux ont été délivrés et en mars 2018, à la suite de l'intervention du FFE en 2017, les travailleurs ont été payés nets intégralement pour les soldes.
Le FFE a également été remboursé pour la créance au rang de l'art. 19.3 de la loi hypothécaire ainsi que les cotisations prélevées de sécurité sociale (cotisations des salariés). Les précomptes professionnels prélevés doivent encore être déclarés et payés.
-La transaction avec YES a permis de diminuer le passif chirographaire et la transaction Belfius a également entraîné une réduction du passif.
En outre, il y a aussi la procédure en Espagne contre Banco Inversis, qui s'est déroulée favorablement jusqu'à présent et qui, en plus de la récupération d'actifs, peut aboutir à une réduction du passif de 1,5 million d'euros. Toutefois, cette procédure est encore en cours devant la Cour suprême espagnole (Cassation).
-Par ailleurs, il faut tenir compte du fait qu'un certain nombre de déclarations de créances ont été estimées provisionnellement et qu'il n'est pas évident de déterminer quelle sera la créance définitive.
-Enfin, il faut également tenir compte des coûts de la masse déjà encourus à concurrence d'environ 2 millions d'euros (frais de justice, frais et honoraires des curateurs, avocats et experts, conservation des archives et éléments informatiques, frais de personnel, assurances, frais de saisie, procédures, etc.) ainsi que des futures dettes de la masse (voir ci-après).
Le chef-comptable est resté employé jusqu'au 1er juin 2018 pour assister les curateurs dans les travaux de liquidation et la réduction progressive des activités bancaires. Ces coûts n'existeront plus à l'avenir.
III Perspectives de paiement
Actuellement, des actifs d'environ 75 millions d'euros sont encore disponibles (après déduction des coûts de la masse et des créanciers déjà payés (privilèges sociaux et créanciers gagistes) pour un montant de 6 871 938,42 euros).
Bien sûr, il faut aussi tenir compte des coûts de la masse supplémentaires qui peuvent être estimés à 2 millions d'euros compte tenu du long terme prévu de la liquidation de cette faillite, mais des actifs supplémentaires seront également réalisés, de sorte qu'il est actuellement difficile d'estimer le montant qui pourra finalement être réparti entre les créanciers.
Tous les chiffres sont donc un simple pronostic basé sur des données connues et des estimations de données inconnues et sont donc soumis à toutes les réserves.
Cela signifie que les créanciers privilégiés suivants recevront le paiement intégral de leurs créances :
-tous les travailleurs pour les soldes de leurs arriérés de rémunération et leurs indemnités de rupture et des paiements effectués par le Fonds de fermeture FFE, ainsi que des cotisations des travailleurs et des précomptes professionnels (ont été payés à l'exception des précomptes professionnels - voir ci-dessus).
-les Impôts Directs, la TVA et l’ONSS pour les cotisations et le précompte professionnel (d'avant la faillite) qui ne sont pas encore entièrement connus à l'heure actuelle (procédure en cours à l’ONSS) mais peuvent être estimés à 4 millions d'euros.
-le Fonds de garantie (suivant la dernière déclaration au 28.5.2018 fixée à 50 314 016,06 euros, mais qui peut augmenter en raison de l'existence de dossiers en suspens).
Des procédures sont également toujours en cours de la part de deux créanciers qui contestent le refus d'intervention du Fonds de garantie devant le Conseil d'État et prétendent pouvoir eux aussi bénéficier de l'intervention du Fonds de garantie parce que, contrairement à l'opinion du Fonds de garantie, ils affirment ne pas être des pouvoirs publics et donc être éligibles à l'intervention et au traitement privilégié du solde. Ces créanciers représentent une créance de 3 millions d'euros.
-Il reste alors encore plus de 15 millions d'euros à répartir entre les personnes physiques et les PME dont les comptes sont couverts par la garantie du Fonds de garantie (article 389, § 2, de la loi bancaire) et qui ont un solde supérieur aux 100 000 euros reçus du Fonds de garantie ou qui n'ont pas demandé d'intervention du Fonds de garantie mais ont déposé une déclaration dans le cadre de la faillite.
Théoriquement, sur la base des tableaux de bord connus au début de la faillite, cela représenterait un montant d'environ 10 millions d'euros, de sorte qu'ils sont censés recouvrer toutes leurs créances.
-Le même message peut être communiqué quant aux créanciers titulaires de privilèges généraux (impôts autres que le précompte professionnel et la TVA), mais le montant concerné est négligeable.
On s'attend donc à ce qu'il y ait également un dividende pour les créanciers chirographaires (y compris les fournisseurs et les pouvoirs publics et les institutions financières dont les comptes auprès de la banque ne sont pas couverts par la garantie du FG).
Gand, le 15 juin 2018
Geert DefreyneMatthias GesquièreHans De Meyer
3 juli 2019 - Afwikkeling faillissement
TUSSENTIJDSE STAND VAN ZAKEN FAILLISSEMENT NV OPTIMA BANK
TUSSENTIJDSE STAND VAN ZAKEN FAILLISSEMENT NV OPTIMA BANK
15 juni 2020
Navolgende algemene informatie geldt onder voorbehoud van alle rechten, en zonder enige nadelige erkentenis die in rechte of buiten rechte tegen de curatele/Optima Bank zou kunnen worden aangewend.
Op 15 juni 2016 verklaarde de Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Gent de NV OPTIMA BANK failliet.
Vier jaar later maken de curatoren een stand van zaken op nu er sinds 15 juni 2017 geen aangiften van schuldvordering meer kunnen ingediend worden en het Garantiefonds haar tussenkomst op 9 juni 2017 heeft afgesloten.
De curatoren hebben nu een beter zicht op de omvang van het aangegeven passief dat mogelijks tussen de 100 en 115 miljoen euro bedraagt en ondertussen hebben zij ook al behoorlijk wat actief kunnen realiseren voor ruim 88 miljoen EUR.
Dit heeft hen in staat gesteld om reeds de saldi van de tegoeden van de ex-werknemers in maart 2018 uit te betalen.
Ook de rekeninghouders die geen openbare overheden zijn zullen de volledige saldi ontvangen die zijn niet via het Garantiefonds recupereerden of die geen tussenkomst van het Garantiefonds hebben gevraagd.
Voor de gewone schuldeisers w.o. de rekeninghouders openbare overheden is het nog voorlopig afwachten of er voor hen een dividend zal zijn, maar de kans is zeer reëel. Naast een maximalisatie van het actief wordt er ook gepoogd om door passiefbeperking het eventueel dividend zo hoog mogelijk te krijgen
OPGELET : gelieve voorlopig niet nodeloos bij de curatoren naar de stand van zaken te informeren of fiscale attesten te vragen m.b.t. het gewoon passief.
Een nieuwe evaluatie zal gemaakt worden rond 15.6.2021 en publiek gemaakt worden op deze website.
Dit verslag geeft aan wat er sinds het vorig jaarverslag per 15.6.2019 aan werkzaamheden is verricht en wat de actuele stand van zaken is.
Alles werd grotendeels gerealiseerd in 2016/2017.
Nog te verkopen :
Aandelen Tessenderlo Chemie (huidige waarde ruim 69.000,00 EUR);
Nog te innen :
Obligaties Griekenland (huidige waarde ruim 87.000 EUR) : vervaldatum 15/10/2042
Obligatielening Stad Gent van 500.000 EUR : vervaldatum 01/03/2023- brengt jaarlijks 17000 EUR op
Er blijven alleen nog enkele verouderde IT-toestellen over noodzakelijk voor archiefraadplegingen, die wellicht niet meer te gelde zullen kunnen gemaakt worden
3.1. Diverse aansprakelijkheidsprocedures
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders, directieleden en NBB ten belope van 10.083.937,09 EUR.
Hangende voor Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel. Vonnis op 24.4.2020 onbepaald uitgesteld o.g.v art.4 V.T.Sv. tot een definitieve beslissing met betrekking tot de strafvorderingen in het hangende strafonderzoek.
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP en EY ten belope van 2.386.619,94 EUR.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP, bestuurders en directieleden OPTIMA GROUP en EY ten belope van 3.348.514,70 EUR.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de strafprocedure.
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK wegens kennelijk grove fout, waarbij betaling van het netto-passief wordt gevorderd.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de strafprocedure.
Klacht met burgerlijke partijstelling vanwege de curatoren in het lopende gerechtelijk onderzoek geleid door Onderzoeksrechter Serlippens.
3.2. Uitvoering verbintenis Jeroen Piqueur voor 20.000.000,00 EUR in hoofdsom
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 19 september 2016.
Dhr. Piqueur werd bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent veroordeeld tot betaling van 20.000.000 EUR, meer de gerechtelijke interesten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.
Dhr. Piqueur heeft bij verzoekschrift van 4 juni 2018 hoger beroep aangetekend. De zaak werd op 5 september 2018 ingeleid en werd uitgesteld naar de zittingen van 9.1.2019 en 5.6.2019. Op 5.6.2019 heeft het hof van beroep de zaak in beraad genomen om prioritair de vraag te beantwoorden of de procedure moet geschorst worden in afwachting van het gerechtelijk onderzoek.
De Nationale Bank van België werd in deze zaak door Dhr. Piqueur betrokken doch dat onderdeel van de vordering was in eerste aanleg al naar de bijzondere rol verzonden.
Inzake de voertuigen (Rolls Royce, Aston en Club Car) werd het uitvoerend beslag doorgezet.
De vordering in revindicatie van Garage Vandenberghe betreffende de Porsche werd door de Beslagrechter gegrond verklaard. De curatele heeft hierin berust.
* * *
Bij vonnis van 8 januari 2019 werd Jeroen PIQUEUR op dagvaarding door de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Gent failliet verklaard. Mr. Benny Goossens en Mr. Pieter Huyghe werden als curatoren aangesteld.
De curatoren van het faillissement OPTIMA BANK zijn vrijwillig in de procedure tussengekomen.
Tegen dit vonnis werd hoger beroep aangetekend door Jeroen Piqueur en de zaak werd reeds verschillende keren uitgesteld voor het Hof van Beroep te Gent gezien de hangende procedure derdenverzet door mevrouw Schumacher en thans nu ook het derdenverzet van Jeroen Piqueur tegen het arrest dat het derdenverzet van Schumacher heeft afgewezen. (zie verder)
Tegen het faillissementsvonnis zelf werd derdenverzet aangetekend door Benedicte Schumacher en werd tevens een vordering in ontkenning proceshandeling door Jeroen Piqueur ingesteld. De zaak derdenverzet werd behandeld voor de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent op 23 juni 2020 en staat voor uitspraak op17 juli 2020.
Mevr. Schumacher heeft de curatele en dhr. Piqueur gedagvaard per 14 september 2016 teneinde de persoonlijke verbintenis nietig te horen verklaren op grond van (i) artikel 224, § 1, 4 B.W. en (ii) wilsgebreken.
De vordering werd afgewezen bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 8 juni 2017.
Mevrouw Schumacher en dhr. Piqueur hebben hoger beroep aangetekend. Bij arrest van 17 oktober 2019 werd het hoger beroep van mevrouw Schumacher afgewezen.
Bij dagvaarding van 20 april 2020 werd door Jeroen PIQUEUR derdenverzet aangetekend tegen dit arrest. Er is nog geen pleitdatum gekend.
3.3. Procedures tegen IMACO NV en Jeroen Piqueur als borgsteller
Dagvaarding vanwege de curatoren op 18 januari 2017.
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 20 december 2017 werd de vordering gegrond verklaard.
IMACO en dhr. Piqueur werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de som van (i) 885.029,68 EUR, (ii) 20.294,77 EUR en (iii) 61.590,53 EUR, meer de conventionele en gerechtelijke interesten. Dhr. Piqueur werd veroordeeld tot betaling van de som van 22.412.59 EUR.
IMACO en dhr. Piqueur tekenden op 28 februari 2018 hoger beroep aan. De zaak zou gepleit worden op 23 maart 2020 maar is door de Coronamaatregelen uitgesteld en er is nog geen nieuwe pleitdatum bekend
IMACO verzocht om toegelaten te worden tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie.
Tussenkomst vanwege de curatoren dd. 12 juni 2018 met oog op afwijzing verzoek.
Verzoek IMACO afgewezen bij vonnis van 19 juni 2018.
Hoger beroep door IMACO werd behandeld op 10 september 2018 en bij arrest van het Hof van Beroep te Gent van 17 september 2018 werd het hoger beroep afgewezen
Daarop hebben de curatoren Imaco gedagvaard in faillissement en bij vonnis van 9 januari 2019 werd deze door de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent failliet verklaard en werd Mr. Joris De Smet als curator aangesteld.
Tegen dit vonnis werd hoger beroep aangetekend door IMACO en de zaak zou behandeld worden op de zitting van het Hof van Beroep te Gent op 9 september 2019 maar is onbepaald uitgesteld in afwachting van de uitspraak over het derdenverzet van Jeroen Piqueur tegen het faillissementsvonnis en de zaak is hangende voor de Ondernemingsrechtbank Gent, Afdeling Gent en wordt gepleit op 1 september 2020.
De curatoren waren gestart met bewarende en uitvoerende beslagen op de roerende en onroerende goederen van IMACO doch zij dienen thans de samenloop met de andere schuldeisers te ondergaan.
In dat opzicht is het van belang om de recuperatiekansen in te schatten, te vermelden dat er eigendomsbetwisting is tussen de curatoren van Dhr. Piqueur en de curator van Imaco aangaande roerende goederen (die o.a. door de curatoren Optima in beslag werden genomen ten huize Piqueur). Daarover wordt een revindicatieprocedure gevoerd voor de Beslagrechter.
Tevens zijn er onroerende goederen die nog te gelde moeten gemaakt worden of reeds gemaakt zijn maar het is onzeker of de curatoren daar nog iets zullen kunnen van recupereren gezien zij mogelijks hetzij als gewoon schuldeiser, hetzij als hypothecair schuldeiser niet in nuttige rang zullen komen wat o.a. afhangt van de opbrengst.
3.4. OPTIMA BANK / YES
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op intrekking van het reorganisatieplan wegens niet uitvoering ervan dd. 27 februari 2018.
YES werd inmiddels failliet verklaard. Mr. I. Van de Mierop werd aangesteld als curator.
De curatoren verrichtten aangifte van schuldvordering voor een provisioneel bedrag van 11.048.385,68 EUR.
Procedure hangende voor Nederlandstalige rechtbank van koophandel Brussel (rol in afwachting van standpunt curator YES).
3.5. OPTIMA BANK / Chantiers – SFI PRIVATE
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op betaling van een bedrag van 235.550,00 EUR in hoofdsom dd. 13 januari 2017.
Procedure hangende voor de rechtbank van koophandel Waals-Brabant. Pleitdatum: 19 september 2018. Er werd een tussenvonnis gewezen op 17 oktober 2018 waarbij de debatten worden opgeschort tot er uitspraak is in een andere procedure hangende voor de Franstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel (zaak met YES-zie 3.4).
3.6. Pro memorie
Pro memorie laten de curatoren opmerken dat nog diverse andere gerechtelijke procedures lopen, die (i) ofwel reeds hangende waren op datum van faillissement van OPTIMA BANK, ofwel (ii) tijdens het faillissement werden ingeleid in het kader van passiefdiscussies.
In dat opzicht heeft de curatele het afgelopen jaar een bedrag van 2 070 000 EUR ontvangen van de procedure Banco Inversis (Spanje) dat evenwel onder voorbehoud is ontvangen gezien deze betaling is gebeurd n.a.v. een gedwongen voorlopige tenuitvoerlegging van een gunstig beslissing van de Spaanse beroepsrechter in afwachting van de beslissing in de Cassatieprocedure. Eens de beslissing definitief heeft dat ook zijn positieve invloed op de omvang van het passief.
Alle kredieten werden lange tijd voor het faillissement opgezegd in het kader van de afbouw van de bankactiviteiten. Er waren 3 probleemgevallen die niet opgelost geraakten, waarmee de curatele dan een afbetalingsplan heeft afgesloten.
II Overzicht passief en uitgaven
Enkele vaststellingen en evoluties sinds 6.9.2016 m.b.t. het passief dat toen geraamd werd op 115 684 610,24 EUR
Delen van de schuldvorderingen van de individuele rekeninghouders zullen dan ook komen te vervallen doch de precieze omvang zal pas kunnen bepaald worden in de loop van de komende jaren.
Zowel het Garantiefonds als de rekeninghouders (natuurlijke personen en KMO’s) voor de saldi die niet door het GF vergoed werden, zijn bevoorrecht. Velen hebben dit bij hun aangifte over het hoofd gezien maar de curatele heeft dit zoveel als mogelijk laten rechtzetten.
Ook het FSO werd terugbetaald voor de vordering in de rang van art.19.3 Hyp.W. en tevens de inhoudingen RSZ (werknemersbijdragen). De inhoudingen Bedrijfsvoorheffing zijn in 2019 betaald geworden.
Daarnaast is er ook nog de procedure in Spanje tegen Banco Inversis die tot nu toe gunstig is verlopen en naast recuperatie van actief, kan dit een passief beperking van 1,5 miljoen EURO met zich mee brengen. Deze procedure is evenwel nog steeds hangende voor het Spaanse Hooggerechtshof (Cassatie)
Ook het aangemeld passief in de procedure Les Entreprises Louis De Waele (brand)
Tot 1 juni 2018 werd de hoofdboekhouder in dienst gehouden om de curatoren bij te staan in de vereffeningswerkzaamheden en de afbouw van de bankactiviteiten. Deze kost is dus weggevallen.
III Vooruitzicht op betaling
Actueel is er nog actief beschikbaar van ongeveer 77,75 miljoen euro (na aftrek van de boedelkosten en de reeds uitbetaalde schuldeisers (sociale voorrechten, bedrijfsvoorheffing en pandhouders) voor een bedrag van 7 881 905,00 EUR.
Rekening moet uiteraard ook gehouden worden met de bijkomende boedelkosten die kunnen geraamd worden op 2 miljoen euro gezien de te verwachten lange looptijd van de vereffening van dit faillissement, maar er zal ook nog bijkomend actief gerealiseerd worden zodat het thans nog steeds moeilijk in te schatten is hoeveel uiteindelijk zal kunnen verdeeld worden onder de schuldeisers.
Alle cijfers zijn dus louter een prognose op basis van gekende gegevens en inschatting van onbekende gegevens en zijn dus onder alle voorbehoud.
Dit betekent dat volgende bevoorrechte schuldeisers hun vordering volledig zullen betaald zien :
Er liepen ook nog procedures van 2 schuldeisers die de weigering tot tussenkomst van het Garantiefonds aanvechten voor de Raad van State en beweren dat ook zij van de tussenkomst van het GF kunnen genieten omdat zij in tegenstelling met het standpunt van het Garantiefonds stellen geen openbare overheid te zijn en dus in aanmerking komen voor tussenkomst en bevoorrechting voor het saldo. Een van deze vorderingen werd intussen afgewezen. Deze schuldeisers vertegenwoordigen een schuldvordering van toch 3 miljoen euro.
Op basis van het laatste proces-verbaal ven verificatie gaat het over een bedrag van ongeveer 13 725 000 euro waarvan slechts 100 000 EUR betwist word zodat deze naar verwachting hun volledige vordering zullen recupereren. Betaling kan nog niet in het vooruitzicht gesteld worden gezien eerst de in rang voorafgaande schuldvorderingen in omvang definitief moeten gekend en betaald zijn en de hangende betwistingen moeten opgelost worden. Deze zullen bij voorrang boven de betwiste gewone schuldvorderingen behandeld worden.
Er zijn 26 betwiste schuldvorderingen in het bevoorrecht passief.
Naar verwachting zal er dus ook voor de gewone schuldeisers (waarin begrepen de leveranciers en de openbare overheden en financiële instellingen met rekeningen bij de bank die niet onder de waarborg van het GF vallen) een dividend zijn. Hier zijn er 200 betwiste schuldvorderingen. Gezien sinds het vorig jaarverslag het gewoon passief gevoelig is afgenomen verhoogt het dividend.
Het volgende jaarverslag zal opgemaakt worden na 15 juni 2021.
Gent, 15 juni 2020
Geert Defreyne Matthias Gesquière Hans De Meyer
ÉTAT INTERMÉDIAIRE DE LA FAILLITE D'OPTIMA BANQUE S.A.
15 juin 2020
Les informations générales suivantes sont fournies sous réserve de tous droits et sans reconnaissance préjudiciable aucune susceptible d'être invoquée en justice ou ailleurs à l’égard de la curatelle/Optima Banque.
Le 15 juin 2016, le tribunal de commerce de Gand, Division Gand, a prononcé la faillite de la SA OPTIMA BANQUE.
Quatre ans plus tard, les curateurs dressent un état des lieux, étant donné qu’après le 15 juin 2017, les créanciers ne peuvent plus introduire de déclaration de créance et que le Fonds de garantie a clôturé son intervention le 9 juin 2017.
Les curateurs ont actuellement une meilleure perception de l'importance du passif déclaré, qui pourrait s’élever à un montant de 100 à 115 millions d'euros, et ils ont pu réaliser entre-temps une grande partie de l’actif, et ce pour plus de 88 millions d'euros.
Ceci leur a permis de verser en mars 2018 d’ores et déjà les soldes des montants dus aux ex-salariés.
Les titulaires de comptes autres que les pouvoirs publics recevront à leur tour le solde intégral qui n'ont pas été recouvrés par l'intermédiaire du Fonds de garantie ou qui n’ont pas nécessité une intervention du Fonds de garantie.
En ce qui concerne les créanciers chirographaires, dont les pouvoirs publics titulaires de comptes, il reste à voir s'il y restera un dividende pour eux, mais les chances qu’il en soit ainsi sont très réelles. Outre la maximisation de l'actif, tout a été mis en œuvre pour limiter le passif de manière au maximiser le dividende éventuel.
ATTENTION : Merci toutefois de ne pas vous informer, pour l’instant, inutilement de la situation auprès des curateurs de l'état de la situation ni de leur demander des attestations fiscales concernant le passif chirographaire.
Une nouvelle évaluation sera réalisée vers le 15.6.2021 et sera publiée sur le présent site internet.
Le présent rapport fait état des activités accomplies depuis le rapport annuel précédent du 15.6.2019 et de l'état actuel des choses.
Tout a en grande partie été réalisé en 2016/2017.
Reste à vendre :
Actions Tessenderlo Chemie (valeur actuelle plus de 69.000,00 euros) ;
Reste à percevoir :
Obligations Grèce (valeur actuelle plus de 870.000 euros) : échéance 15/10/2042
Emprunt obligataire Ville de Gand pour un montant de 500 000 euros : échéance 01/03/2023 – rapporte tous les ans 17000 euros
Un petit montant a encore été perçu à travers la vente des portefeuilles d'assurances.
La vente du mobilier des locaux d'archives Keizer Karelstraat a rapporté environ 3.000 EUR.
Restent encore quelques appareils informatiques obsolètes nécessaires pour la consultation des archives. Ceux-ci ne pourront probablement plus être vendus.
3.1. Procédures en responsabilité diverses
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs, membres de la direction et de la BNB à concurrence de 10 083 937,09 euros.
En cours devant le tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles.. Jugement reporté le 24.4.2020 conformément à l’article 4. de la loi contenant le titre préliminaire du code de procédure pénale jusqu’à ce qu’un jugement définitif ait été rendu relatif à l’action publique dans l’instruction criminelle en cours.
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE, OPTIMA GROUP et EY à concurrence de 2 386 619,94 euros.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE, OPTIMA GROUP, administrateurs et membres de la direction d’OPTIMA GROUP et EY à concurrence de 3 348 514,70 euros.
Renvoyée au rôle particulier en attendant la procédure au pénal.
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE pour faute grave manifeste, réclamant le paiement du passif net.
Renvoyée au rôle particulier en attendant la procédure au pénal.
Plainte avec constitution de partie civile de la part des curateurs dans l'enquête judiciaire en cours menée par le juge d'instruction Serlippens.
3.2. Exécution de l'obligation Jeroen Piqueur pour 20 000 000,00 euros en principal
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 19 septembre 2016.
La Banque Nationale de Belgique a été mise en cause par M. Piqueur, mais cet élément de la demande a déjà été renvoyé en première instance au rôle particulier.
Les véhicules (Rolls Royce, Aston et Club Car) ont fait l’objet d’une saisie d'exécution.
La requête en revendication de la Porsche par le Garage Vandenberghe a été déclarée fondée par le juge des saisies. La curatelle a acquiescé à cette décision.
***
Jeroen Piqueur a été déclaré, après citation, en faillite par jugement du 8 janvier 2019 du Tribunal des entreprises de Gand, division Gand. Monsieur Benny Goossens et M. Pieter Huyghe ont été nommés curateurs.
Les curateurs de la faillite OPTIMA BANQUE sont intervenus volontairement dans la procédure.
Monsieur Jeroen Piqueur a interjeté appel de ce jugement et la cause a déjà été ajournée à plusieurs reprises devant la Cour d’Appel de Gand en raison de la procédure de tierce-opposition pendante de madame Schumacher et maintenant aussi la tierce-opposition de Jeroen Piqueur contre l’arrêt rejetant la tierce-opposition de Schumacher (voir ci-après).
Benedicte Schumacher se pourvoit par tierce-opposition contre le jugement de faillite-proprement dit et Jeroen Piqueur a en outre intenté une action en méconnaissance de l’acte de procédure. La cause de tierce-opposition a été examinée par le tribunal des entreprises de Gand, division Gand, le 23 juin 2020 et le jugement a été fixé pour le 17 juillet 2020.
Mme Schumacher a cité la curatelle et M. Piqueur le 14 septembre 2016 afin d'entendre déclarer nulle la sûreté personnelle sur base (i) de l'article 224, § 1, 4 du Code civil et (ii) de vices de consentement.
La demande a été rejetée par jugement du Tribunal de première instance de Gand, division Gand, du 8 juin 2017.
Madame Schumacher et M. Piqueur ont interjeté appel. L’appel de madame Schumacher a été rejeté par l’arrêt du 17 octobre 2019.
Jeroen Piqueur a intenté une action en tierce-opposition contre cet arrêt par citation du 20 avril 2020. La date des plaidoiries doit encore être fixée.
3.3. Procédures contre IMACO SA et Jeroen Piqueur en tant que garant
Citation à comparaître de la part des curateurs le 18 janvier 2017.
La demande a été déclarée fondée par jugement du Tribunal de première instance de Gand, division Gand, du 20 décembre 2017.
IMACO et M. Piqueur ont été condamnés solidairement au paiement de la somme de (i) 885 029,68 EUR, (ii) 20 294,77 euros et (iii) 61 590,53 euros, à majorer des intérêts conventionnels et judiciaires. M. Piqueur a été condamné au paiement de la somme de 22 412 59 euros.
IMACO et M. Piqueur ont interjeté appel le 28 février 2018. La cause aurait dû être plaidée le 23 mars 2020, mais elle a été reportée en raison des mesures corona. Aucune nouvelle date des plaidoiries n’a encore été fixée ce jour.
IMACO a demandé à être admis à la procédure de réorganisation judiciaire.
Intervention des curateurs le 12 juin 2018 en vue du rejet de la demande.
Demande d'IMACO rejetée par jugement du 19 juin 2018.
L'appel d'IMACO a été examiné le 10 septembre 2018 et rejeté par arrêt de la Cour d’appel de Gand du 17 septembre 2018.
Sur ce, les curateurs ont cité Imaco en faillite et celle-ci a été déclarée en faillite par jugement du tribunal des entreprises de Gand, division Gand, par jugement du 9 janvier 2019. Monsieur Joris De Smet a été nommé curateur.
IMACO a interjeté appel de ce jugement et la cause aurait dû être examinée à l’audience de la Cour d’appel de Gand du 9 septembre 2019, mais a été reportée à une date ultérieure indéterminée en attendant le jugement au sujet de la tierce-opposition formée par Jeroen Piqueur contre le jugement de faillite
La cause est pendante devant le Tribunal des entreprises de Gand, division Gand, et sera plaidée le 1er septembre 2020.
Les curateurs avaient déjà commencé à procéder aux saisies conservatoires et exécution des biens mobiliers et immobiliers d’IMACO, mais doivent maintenant subir la concurrence avec les autres créanciers.
Il importe donc d’évaluer les chances de récupération, d’indiquer s’il y a contestation de propriété entre les curateurs de M. Piqueur et le curateur d’Imaco quant aux biens mobiliers (qui ont entre autres été saisis par les curateurs d’Optima au domicile de M. Piqueur). Une procédure de revendication est menée à cet effet devant le juge des saisies.
Restent encore les biens immeubles à réaliser ou déjà réalisés ; on peut toutefois se demander si les curateurs pourront encore récupérer quoi que ce soit vu qu’ils ne viendront, en tant que créanciers chirographaires ou hypothécaires, peut-être pas dans le rang opportun, ce qui dépend entre autres du produit de la vente.
3.4. OPTIMA BANQUE / YES
Citation à comparaître de la part des curateurs en vue du retrait du plan de réorganisation en raison de sa non-exécution en date du 27 février 2018.
YES a entre-temps été déclaré en faillite. M. I. Van de Mierop a été nommé curateur.
Les curateurs ont déposé une déclaration de créance pour un montant provisionnel de 11 048 385,68 euros.
Procédure pendante devant le tribunal de commerce néerlandophone de Bruxelles (rôle en attendant la position du curateur YES).
3.5. OPTIMA BANQUE / Chantiers – SFI PRIVATE
Citation à comparaître de la part des curateurs en vue du paiement d'un montant de 235 550,00 euros en principal en date du 13 janvier 2017.
Procédure en cours devant le tribunal de commerce du Brabant wallon Date des plaidoiries : 19 septembre 2018.
3.6. Pour mémoire
Les curateurs font remarquer pour mémoire que diverses autres procédures judiciaires sont menées qui (i) étaient soit déjà en cours à la date de la faillite d'OPTIMA BANQUE soit (ii) ont été introduites pendant la faillite dans le cadre des discussions au sujet du passif.
Notons à ce propos, que la curatelle a reçu l’année dernière un montant de 2 070 000 euros provenant de la procédure Banco Inversis (Espagne), sous réserve toutefois, vu que ce paiement a été effectué à la suite d’une exécution forcée provisoire d’un jugement favorable rendu par le juge d’appel espagnol en attendant la décision en cassation. Dès que cette décision sera définitive, cela aura un effet positif sur l’ampleur du passif
Tous les crédits ont été résiliés longtemps avant la faillite dans le cadre de la réduction progressive des activités bancaires. Il y a eu 3 cas problématiques non résolus, avec lesquels la curatelle a ensuite conclu un plan de remboursement.
II Relevé du passif et des dépenses
Constats et évolutions depuis le 6.9.2016 concernant le passif estimé à l'époque à 115 684 610,24 euros
Total chirographaire déclaré
79.634.879,58 €
Total chirographaire accepté
6.243.872,21 €
Total chirographaire contesté
27.859.614,53 €
Total privilégié déclaré
74.188.219,21 €
Total privilégié accepté
21.995.666.94 €
Total privilégié contesté
56.355.574,53 €
Total passif déclaré
153.823.098,79 €
Total passif contesté
84.215.189,06 €
Total passif accepté
28.239.539,16 €
TOTAL PASSIF
112.454.728,22 €
Des parties des déclarations de créances des titulaires de comptes individuels seront dès lors caduques mais le montant exact ne pourra être déterminé que dans le courant des années à venir.
Tant le Fonds de garantie que les titulaires de comptes (personnes physiques et PME), pour les soldes non remboursés par le FG, sont privilégiés. Nombreux sont ceux qui ont perdu de vue cet aspect dans leur déclaration, mais la curatelle a rectifié cela autant que possible.
Le FFE a également été remboursé pour la créance au rang de l'art. 19.3 de la loi sur les hypothèques ainsi que les retenues ONSS (cotisations des salariés). Les retenues pour précompte professionnel ont été payées en en 2019.
Notons en outre la procédure en Espagne contre Banco Inversis, qui s'est déroulée favorablement jusqu'à présent et qui, en plus de la récupération d'éléments d’actif, peut aboutir à une réduction du passif de 1,5 million d'euros. Cette procédure est cependant encore pendante devant la Cour suprême espagnole (Cassation).
Le passif déclaré dans la cause de « Les Entreprises Louis De Waele » (incendie) d’env. 5 000 000 euros pourrait échoir vu que l’action d’Achmea Schadeverzekeringen a été rejetée le 26 mars 2020 par jugement du tribunal des entreprises néerlandophone de Bruxelles. Une requête d’appel a cependant été annoncée.
Le chef-comptable est resté employé jusqu'au 1er juin 2018 afin d’assister les curateurs dans les travaux de liquidation et de réduction progressive des activités bancaires. Ces coûts n'existent donc plus.
III Perspectives de paiement
Actuellement, l’actif s’élève à 'environ 77,75 millions d'euros (déduction faite des coûts de la masse et des créanciers déjà payés (privilèges sociaux, précompte professionnel et créanciers gagistes) pour un montant de 7 881 905,00 euros.
Bien sûr, il faut aussi tenir compte des coûts supplémentaires de la masse qui peuvent être estimés à 2 millions d'euros compte tenu du long terme prévu de la liquidation de cette faillite, mais des éléments supplémentaires d’actif seront également réalisés, de sorte qu'il est actuellement difficile d'estimer le montant qui pourra finalement être distribué entre les créanciers.
Tous les chiffres sont donc un simple pronostic basé sur des données connues et des estimations de données inconnues et sont donc soumis à toutes les réserves.
Cela signifie que les créanciers privilégiés suivants verront leur créance entièrement remboursée :
Des procédures étaient également toujours en cours de la part de deux créanciers qui contestent le refus d'intervention du Fonds de garantie devant le Conseil d'État et prétendent pouvoir eux aussi bénéficier de l'intervention du Fonds de garantie parce que, contrairement à l'opinion du Fonds de garantie, ils affirment ne pas être des pouvoirs publics et donc être éligibles à l'intervention et au traitement privilégié du solde. L’une de ces actions a entre-temps été rejetée. Ces créanciers représentent une créance de 3 millions d'euros.
Sur la base du dernier procès-verbal de vérification, il s’agirait d’un montant de près de 13 725 000 euros, dont 100 000 euros seulement sont contestés, de sorte qu’ils récupéreront en toute probabilité la totalité de leur créance. Le paiement ne peut pas encore être planifié, vu qu’il faut d’abord savoir à combien s’élève le montant définitif des créances privilégiées d’un rang supérieur et que ces montants doivent être payés et que les contestations en cours doivent être résolues. Celles-ci seront traitées par priorité avant les créances chirographaires contestées.
Le passif privilégié comprend 26 créances contestées.
On s'attend donc à ce qu'il y ait également un dividende pour les créanciers chirographaires (y compris les fournisseurs et les pouvoirs publics et les institutions financières dont les comptes auprès de la banque ne sont pas couverts par la garantie du FG). On dénombre 200 créances contestées. Le passif chirographaire ayant sensiblement baissé depuis le dernier rapport annuel, le dividende sera plus élevé.
Le prochain rapport annuel sera dressé après le 15 juin 2021.
Gand, le 15 juin 2020
Geert Defreyne Matthias Gesquière Hans De Meyer
TUSSENTIJDSE STAND VAN ZAKEN FAILLISSEMENT NV OPTIMA BANK
15 juni 2021
Navolgende algemene informatie geldt onder voorbehoud van alle rechten, en zonder enige nadelige erkentenis die in rechte of buiten rechte tegen de curatele/Optima Bank zou kunnen worden aangewend.
Op 15 juni 2016 verklaarde de Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Gent de NV OPTIMA BANK failliet.
Vijf jaar later maken de curatoren een stand van zaken op nu er sinds 15 juni 2017 geen aangiften van schuldvordering meer kunnen ingediend worden en het Garantiefonds haar tussenkomst op 9 juni 2017 heeft afgesloten.
De curatoren hebben nu een beter zicht op de omvang van het aangegeven passief dat mogelijks tussen de 100 en 115 miljoen euro bedraagt en ondertussen hebben zij ook al behoorlijk wat actief kunnen realiseren voor ruim 88 miljoen EUR.
Dit heeft hen in staat gesteld om reeds de saldi van de tegoeden van de ex-werknemers in maart 2018 uit te betalen en in 2020 een dividend voorschot aan het Garantiefonds van 37,5 miljoen euro.
Ook de rekeninghouders die geen openbare overheden zijn zullen de volledige saldi ontvangen die zijn niet via het Garantiefonds recupereerden of die geen tussenkomst van het Garantiefonds hebben gevraagd.
Voor de gewone schuldeisers w.o. de rekeninghouders openbare overheden is het nog voorlopig afwachten of er voor hen een dividend zal zijn, maar de kans is zeer reëel. Naast een maximalisatie van het actief wordt er ook gepoogd om door passiefbeperking het eventueel dividend zo hoog mogelijk te krijgen
OPGELET : gelieve voorlopig niet nodeloos bij de curatoren naar de stand van zaken te informeren of fiscale attesten te vragen m.b.t. het gewoon passief.
Een nieuwe evaluatie zal gemaakt worden rond 15.6.2022 en publiek gemaakt worden op deze website.
Dit verslag geeft aan wat er sinds het vorig jaarverslag per 15.6.2020 aan werkzaamheden is verricht en wat de actuele stand van zaken is.
Alles werd grotendeels gerealiseerd in 2016/2017.
Nog te verkopen :
Aandelen Tessenderlo Chemie (huidige waarde ruim 75.000,00 EUR);
Nog te innen :
Obligaties Griekenland (huidige waarde ruim 63.000 EUR) : vervaldatum 15/10/2042
Obligatielening Stad Gent van 500.000 EUR : vervaldatum 01/03/2023- brengt jaarlijks 17000 EUR op
Er blijven alleen nog enkele verouderde IT-toestellen over noodzakelijk voor archiefraadplegingen, die wellicht niet meer te gelde zullen kunnen gemaakt worden
3.1. Diverse aansprakelijkheidsprocedures
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders, directieleden en NBB ten belope van 10.083.937,09 EUR.
Hangende voor Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel. Vonnis op 24.4.2020 onbepaald uitgesteld o.g.v art.4 V.T.Sv. tot een definitieve beslissing met betrekking tot de strafvorderingen in het hangende strafonderzoek.
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP en EY ten belope van 2.386.619,94 EUR.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP, bestuurders en directieleden OPTIMA GROUP en EY ten belope van 3.348.514,70 EUR.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de strafprocedure.
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK wegens kennelijk grove fout, waarbij betaling van het netto-passief wordt gevorderd.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de strafprocedure.
Klacht met burgerlijke partijstelling vanwege de curatoren in het lopende gerechtelijk onderzoek geleid door Onderzoeksrechter Serlippens.
Eindvordering van de Procureur des Konings tot verwijzing naar de correctionele rechtbank wordt ingeleid voor de Correctionele Raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen op 16 juni 2021. Gezien meerdere partijen om bijkomende onderzoeksdaden hebben verzocht, werd deze procedure uitgesteld naar een zitting op 20 oktober 2021.
3.2. Uitvoering verbintenis Jeroen Piqueur voor 20.000.000,00 EUR in hoofdsom
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 19 september 2016.
Dhr. Piqueur werd bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent veroordeeld tot betaling van 20.000.000 EUR, meer de gerechtelijke interesten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.
Dhr. Piqueur heeft bij verzoekschrift van 4 juni 2018 hoger beroep aangetekend. De zaak werd op 5 september 2018 ingeleid en werd uitgesteld naar de zittingen van 9.1.2019 en 5.6.2019. Op 5.6.2019 heeft het hof van beroep de zaak in beraad genomen om prioritair de vraag te beantwoorden of de procedure moet geschorst worden in afwachting van het gerechtelijk onderzoek.
De Nationale Bank van België werd in deze zaak door Dhr. Piqueur betrokken doch dat onderdeel van de vordering was in eerste aanleg al naar de bijzondere rol verzonden.
Inzake de voertuigen (Rolls Royce, Aston en Club Car) werd het uitvoerend beslag doorgezet.
De vordering in revindicatie van Garage Vandenberghe betreffende de Porsche werd door de Beslagrechter gegrond verklaard. De curatele heeft hierin berust.
* * *
Bij vonnis van 8 januari 2019 werd Jeroen PIQUEUR op dagvaarding door de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Gent failliet verklaard. Mr. Benny Goossens en Mr. Pieter Huyghe werden als curatoren aangesteld.
De curatoren van het faillissement OPTIMA BANK zijn vrijwillig in de procedure tussengekomen.
Tegen dit vonnis werd hoger beroep aangetekend door Jeroen Piqueur en de zaak werd reeds verschillende keren uitgesteld voor het Hof van Beroep te Gent gezien de hangende procedure derdenverzet door mevrouw Schumacher en thans nu ook het derdenverzet van Jeroen Piqueur tegen het arrest dat het derdenverzet van Schumacher heeft afgewezen. (zie verder)
Tegen het faillissementsvonnis zelf werd derdenverzet aangetekend door Benedicte Schumacher en werd tevens een vordering in ontkenning proceshandeling door Jeroen Piqueur ingesteld. De zaak derdenverzet werd behandeld voor de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent op 23 juni 2020 en werd gevonnist op 15 september 2020 waarbij het derdenverzet werd afgewezen. Tegen dit vonnis werd eveneens hoger beroep aangetekend door Piquer en Schumacher.
Deze samengevoegde zaken inzake het faillissement van Jeroen Piqueur werden in beroep gepleit voor het Hof van Beroep Gent op 21 juni 2021. Uitspraak werd aangekondigd tegen 30 september 2021.
Mevr. Schumacher heeft de curatele en dhr. Piqueur gedagvaard per 14 september 2016 teneinde de persoonlijke verbintenis nietig te horen verklaren op grond van (i) artikel 224, § 1, 4 B.W. en (ii) wilsgebreken.
De vordering werd afgewezen bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 8 juni 2017.
Mevrouw Schumacher en dhr. Piqueur hebben hoger beroep aangetekend. Bij arrest van 17 oktober 2019 werd het hoger beroep van mevrouw Schumacher afgewezen.
Bij dagvaarding van 20 april 2020 werd door Jeroen PIQUEUR derdenverzet aangetekend tegen dit arrest. Deze zaak wordt gepleit op 6 oktober 2021.
3.3. Procedures tegen IMACO NV en Jeroen Piqueur als borgsteller
Dagvaarding vanwege de curatoren op 18 januari 2017.
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 20 december 2017 werd de vordering gegrond verklaard.
IMACO en dhr. Piqueur werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de som van (i) 885.029,68 EUR, (ii) 20.294,77 EUR en (iii) 61.590,53 EUR, meer de conventionele en gerechtelijke interesten. Dhr. Piqueur werd veroordeeld tot betaling van de som van 22.412,59 EUR.
IMACO en dhr. Piqueur tekenden op 28 februari 2018 hoger beroep aan. De zaak zou gepleit worden op 23 maart 2020 maar is door de Coronamaatregelen uitgesteld en er is geen nieuwe pleitdatum bepaald
IMACO verzocht om toegelaten te worden tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie.
Tussenkomst vanwege de curatoren dd. 12 juni 2018 met oog op afwijzing verzoek.
Verzoek IMACO afgewezen bij vonnis van 19 juni 2018.
Hoger beroep door IMACO werd behandeld op 10 september 2018 en bij arrest van het Hof van Beroep te Gent van 17 september 2018 werd het hoger beroep afgewezen
Daarop hebben de curatoren Imaco gedagvaard in faillissement en bij vonnis van 8 januari 2019 werd deze door de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent failliet verklaard en werd Mr. Joris De Smet als curator aangesteld.
Tegen dit vonnis werd hoger beroep aangetekend door IMACO en de zaak zou behandeld worden op de zitting van het Hof van Beroep te Gent op 9 september en nadien op 14 oktober 2019 maar werd onbepaald uitgesteld in afwachting van de uitspraak over het derdenverzet van Jeroen Piqueur tegen het faillissementsvonnis van IMACO.
Tegen dit faillissementsvonnis werd dus ook derdenverzet aangetekend door Dhr. Piqueur en bij vonnis van 6 oktober 2020 heeft de Ondernemingsrechtbank Gent, Afdeling Gent dit derdenverzet ongegrond verklaard, waartegen zowel Imaco als Jeroen Piqueur hoger beroep hebben aangetekend.
Deze samen te voegen zaken worden in beroep gepleit op 4 oktober 2021 voor het Hof van Beroep Gent.
De curatoren waren gestart met bewarende en uitvoerende beslagen op de roerende en onroerende goederen van IMACO doch zij dienen thans de samenloop met de andere schuldeisers te ondergaan indien het faillissement gehandhaafd blijft
In dat opzicht is het van belang om de recuperatiekansen in te schatten, te vermelden dat er eigendomsbetwisting is tussen de curatoren van Dhr. Piqueur en de curator van Imaco aangaande roerende goederen (die o.a. door de curatoren Optima in beslag werden genomen ten huize Piqueur). Daarover wordt een revindicatieprocedure gevoerd voor de Beslagrechter.
Tevens zijn er onroerende goederen die nog te gelde moeten gemaakt worden of reeds gemaakt zijn maar het is onzeker of de curatoren daar nog iets zullen kunnen van recupereren gezien zij mogelijks hetzij als gewoon schuldeiser, hetzij als hypothecair schuldeiser niet in nuttige rang zullen komen wat o.a. afhangt van de opbrengst.
3.4. OPTIMA BANK / YES
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op intrekking van het reorganisatieplan wegens niet uitvoering ervan dd. 27 februari 2018.
YES werd inmiddels failliet verklaard. Mr. I. Van de Mierop werd aangesteld als curator.
De curatoren verrichtten aangifte van schuldvordering voor een provisioneel bedrag van 11.048.385,68 EUR.
Procedure hangende voor Nederlandstalige rechtbank van koophandel Brussel (rol in afwachting van standpunt curator YES).
De curator van het faillissement YES heeft potentiële vorderingen in de strafprocedure.
3.5. OPTIMA BANK / Chantiers – SFI PRIVATE
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op betaling van een bedrag van 235.550,00 EUR in hoofdsom dd. 13 januari 2017.
Procedure hangende voor de rechtbank van koophandel Waals-Brabant. Pleitdatum: 19 september 2018. Er werd een tussenvonnis gewezen op 17 oktober 2018 waarbij de debatten worden opgeschort tot er uitspraak is in een andere procedure hangende voor de Franstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel (zaak met YES-zie 3.4).
3.6. Pro memorie
Pro memorie laten de curatoren opmerken dat nog diverse andere gerechtelijke procedures lopen, die (i) ofwel reeds hangende waren op datum van faillissement van OPTIMA BANK, ofwel (ii) tijdens het faillissement werden ingeleid in het kader van passiefdiscussies.
In dat opzicht heeft de curatele vorig jaar een bedrag van 2 070 000 EUR ontvangen van de procedure Banco Inversis (Spanje). Het bedrag is thans definitief verworven gezien de afwijzing van het cassatieberoep van Banco Inversis. Meteen staat ook vast dat de passiefvordering voor een bedrag van 1 575 000 EUR zal komen te vervallen
Alle kredieten werden lange tijd voor het faillissement opgezegd in het kader van de afbouw van de bankactiviteiten. Er waren 3 probleemgevallen die niet opgelost geraakten, waarmee de curatele dan een afbetalingsplan heeft afgesloten.
II Overzicht passief en uitgaven
Enkele vaststellingen en evoluties sinds 6.9.2016 m.b.t. het passief dat toen geraamd werd op 115 684 610,24 EUR
Of een potentieel passief van ruim 112 miljoen euro dat zoals hierna aangegeven in een verder fase nog kan verminderen. Ten opzichte van het vorig jaarverslag is er al een vermindering van ca. 1,5 miljoen euro. Ruim 84 miljoen euro is nog in betwisting om diverse redenen : ingeroepen voorrecht, omvang, verschuldigdheid, dubbele aangifte, enz.
Delen van de schuldvorderingen van de individuele rekeninghouders zullen dan ook komen te vervallen doch de precieze omvang zal pas kunnen bepaald worden in de loop van de komende jaren.
Zowel het Garantiefonds als de rekeninghouders (natuurlijke personen en KMO’s) voor de saldi die niet door het GF vergoed werden, zijn bevoorrecht. Velen hebben dit bij hun aangifte over het hoofd gezien maar de curatele heeft dit zoveel als mogelijk laten rechtzetten.
Ook het FSO werd terugbetaald voor de vordering in de rang van art.19.3 Hyp.W. en tevens de inhoudingen RSZ (werknemersbijdragen). De inhoudingen Bedrijfsvoorheffing zijn in 2019 betaald geworden.
Daarnaast is er ook nog de procedure in Spanje tegen Banco Inversis gunstig is verlopen en naast recuperatie van actief, heeft dit een passief beperking van 1,5 miljoen EURO meegebracht
Ook het aangemeld passief in de procedure Les Entreprises Louis De Waele (brand) van ca.
5 000 000 EUR kan mogelijks wegvallen nu de vordering van Achmea Schadeverzekeringen bij vonnis van 26 maart 2020 van de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel is afgewezen. Er is hoger beroep hangende
Tot 1 juni 2018 werd de hoofdboekhouder in dienst gehouden om de curatoren bij te staan in de vereffeningswerkzaamheden en de afbouw van de bankactiviteiten. Deze kost is dus weggevallen.
III Vooruitzicht op betaling
Actueel is er nog actief beschikbaar van ongeveer 40,5 miljoen euro (na aftrek van de boedelkosten en de reeds uitbetaalde schuldeisers (sociale voorrechten, bedrijfsvoorheffing en pandhouders en voorschot Garantiefonds) voor een bedrag van 44 583 718,21EUR.
Rekening moet uiteraard ook gehouden worden met de bijkomende boedelkosten die kunnen geraamd worden op 2 à 3 miljoen euro gezien de te verwachten lange looptijd van de vereffening van dit faillissement, maar er zal ook nog bijkomend actief gerealiseerd worden zodat het thans nog steeds moeilijk in te schatten is hoeveel uiteindelijk zal kunnen verdeeld worden onder de schuldeisers.
Alle cijfers zijn dus louter een prognose op basis van gekende gegevens en inschatting van onbekende gegevens en zijn dus onder alle voorbehoud.
Dit betekent dat volgende bevoorrechte schuldeisers hun vordering volledig zullen betaald zien :
Er liepen ook nog procedures van schuldeisers die de weigering tot tussenkomst van het Garantiefonds aanvechten voor de Raad van State en beweren dat ook zij van de tussenkomst van het GF kunnen genieten omdat zij in tegenstelling met het standpunt van het Garantiefonds stellen geen openbare overheid te zijn en dus in aanmerking komen voor tussenkomst en bevoorrechting voor het saldo. Een van deze vorderingen werd intussen afgewezen. Deze schuldeisers vertegenwoordigen een schuldvordering van toch 3 miljoen euro.
Op basis van het laatste proces-verbaal ven verificatie gaat het over een bedrag van ongeveer 13 725 000 euro waarvan slechts 100 000 EUR betwist word zodat deze naar verwachting hun volledige vordering zullen recupereren. Betaling kan nog niet in het vooruitzicht gesteld worden gezien eerst de in rang voorafgaande schuldvorderingen in omvang definitief moeten gekend en betaald zijn en de hangende betwistingen moeten opgelost worden. Deze zullen bij voorrang boven de betwiste gewone schuldvorderingen behandeld worden.
Er zijn 26 betwiste schuldvorderingen in het bevoorrecht passief.
Naar verwachting zal er dus ook voor de gewone schuldeisers (waarin begrepen de leveranciers en de openbare overheden en financiële instellingen met rekeningen bij de bank die niet onder de waarborg van het GF vallen) een dividend zijn. Hier zijn er 200 betwiste schuldvorderingen. Gezien sinds het vorig jaarverslag het gewoon passief opnieuw is afgenomen, verhoogt het dividend.
Het volgende jaarverslag zal opgemaakt worden na 15 juni 2022.
Gent, 15 juni 2021
Geert Defreyne Matthias Gesquière Hans De Meyer
TUSSENTIJDSE STAND VAN ZAKEN FAILLISSEMENT NV OPTIMA BANK
15 juni 2022
Navolgende algemene informatie geldt onder voorbehoud van alle rechten, en zonder enige nadelige erkentenis die in rechte of buiten rechte tegen de curatele/Optima Bank zou kunnen worden aangewend.
Op 15 juni 2016 verklaarde de Rechtbank van koophandel Gent, afdeling Gent de NV OPTIMA BANK failliet.
Zes jaar later maken de curatoren een stand van zaken op nu er sinds 15 juni 2017 geen aangiften van schuldvordering meer kunnen ingediend worden en het Garantiefonds haar tussenkomst op 9 juni 2017 heeft afgesloten.
De curatoren hebben nu een beter zicht op de omvang van het aangegeven passief dat mogelijks tussen de 100 en 115 miljoen euro bedraagt en ondertussen hebben zij ook al behoorlijk wat actief kunnen realiseren voor ruim 89 miljoen EUR.
Dit heeft hen in staat gesteld om reeds de saldi van de tegoeden van de ex-werknemers in maart 2018 uit te betalen en in 2020 een dividend voorschot aan het Garantiefonds van 37,5 miljoen euro.
Ook de rekeninghouders die geen openbare overheden zijn zullen de volledige saldi ontvangen die zijn niet via het Garantiefonds recupereerden of die geen tussenkomst van het Garantiefonds hebben gevraagd.
Voor de gewone schuldeisers w.o. de rekeninghouders openbare overheden is het nog voorlopig afwachten of er voor hen een dividend zal zijn, maar de kans is zeer reëel. Naast een maximalisatie van het actief wordt er ook gepoogd om door passiefbeperking het eventueel dividend zo hoog mogelijk te krijgen
OPGELET : gelieve voorlopig niet nodeloos bij de curatoren naar de stand van zaken te informeren of fiscale attesten te vragen m.b.t. het gewoon passief.
Een nieuwe evaluatie zal gemaakt worden rond 15.6.2023 en publiek gemaakt worden op deze website.
Dit verslag geeft aan wat er sinds het vorig jaarverslag per 15.6.2023 aan werkzaamheden is verricht en wat de actuele stand van zaken is.
Alles werd grotendeels gerealiseerd in 2016/2017.
Nog te verkopen :
Aandelen Tessenderlo Chemie (huidige waarde ruim 70.000,00 EUR);
Nog te innen :
Obligaties Griekenland (huidige waarde ruim 85.000 EUR) : vervaldatum 15/10/2042
Obligatielening Stad Gent van 500.000 EUR : vervaldatum 01/03/2023- brengt jaarlijks 17000 EUR op.
Er blijven alleen nog enkele verouderde IT-toestellen over noodzakelijk voor archiefraadplegingen, die wellicht niet meer te gelde zullen kunnen gemaakt worden.
3.1. Diverse aansprakelijkheidsprocedures
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders, directieleden en NBB ten belope van 10.083.937,09 EUR.
Hangende voor Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel. Vonnis op 24.4.2020 onbepaald uitgesteld o.g.v art.4 V.T.Sv. tot een definitieve beslissing met betrekking tot de strafvorderingen in het hangende strafonderzoek.
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP en EY ten belope van 2.386.619,94 EUR.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK, OPTIMA GROUP, bestuurders en directieleden OPTIMA GROUP en EY ten belope van 3.348.514,70 EUR.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de strafprocedure.
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 26 januari 2018.
Vordering ten aanzien van voormalige bestuurders en directieleden OPTIMA BANK wegens kennelijk grove fout, waarbij betaling van het netto-passief wordt gevorderd.
Naar de bijzondere rol in afwachting van de strafprocedure.
Klacht met burgerlijke partijstelling vanwege de curatoren in het lopende gerechtelijk onderzoek geleid door Onderzoeksrechter Serlippens.
Eindvordering van de Procureur des Konings tot verwijzing naar de correctionele rechtbank wordt ingeleid voor de Correctionele Raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen (hierna de Raadkamer genoemd) op 16 juni 2021. Gezien meerdere partijen om bijkomende onderzoeksdaden hebben verzocht, werd deze procedure uitgesteld naar een zitting op 20 oktober 2021 en vervolgens naar 12 januari 2022
Deze verzoeken werden door de Onderzoeksrechter afgewezen waarbij door verschillende inverdenkinggestelden hoger beroep werd aangetekend zodat de zaak ook niet kon behandeld worden op de zitting van 12 januari 2022 en werd uitgesteld naar 2 maart 2022. Op een na werden die beroepen door de Kamer van Inbeschuldigingstelling (hierna KI genoemd) afgewezen en diende het gevraagde aanvullend onderzoek uitgevoerd te worden.
Op 18.1.2022 werd door een van de inverdenkinggestelden een verzoek aan de KI gericht om over te gaan tot gerechtelijke controle van het strafdossier op grond van art.235bis Wetboek van Strafvordering.
Daardoor kon de zaak niet behandeld worden op de zitting van de Raadkamer van 2 maart 2022 en werd deze uitgesteld naar de zitting van 14 september 2022.
Bij arrest van de KI van 14 juni 2022 werd beslist dat behoudens de verwijdering van enkele stukken wegens schending van het beroepsgeheim van de advocaat en de taalwet, er geen aanleiding is om in de tot dan bestaande stand van de procedure andere stukken uit het dossier te laten weren.
Er is wel nog een hoger beroep hangende bij de KI tegen de afwijzing van een nieuw verzoek tot bijkomend onderzoek van een inverdenkinggestelde welke behandeld zal worden op 23 juni 2022.
Onder dat voorbehoud zou de zaak voor de Raadkamer op 14 september 2022 kunnen behandeld worden.
3.2. Uitvoering verbintenis Jeroen Piqueur voor 20.000.000,00 EUR in hoofdsom
Dagvaarding vanwege de curatoren dd. 19 september 2016.
Dhr. Piqueur werd bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent veroordeeld tot betaling van 20.000.000 EUR, meer de gerechtelijke interesten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.
Dhr. Piqueur heeft bij verzoekschrift van 4 juni 2018 hoger beroep aangetekend. De zaak werd op 5 september 2018 ingeleid en werd uitgesteld naar de zittingen van 9.1.2019 en 5.6.2019. Op 5.6.2019 heeft het hof van beroep de zaak in beraad genomen om prioritair de vraag te beantwoorden of de procedure moet geschorst worden in afwachting van het gerechtelijk onderzoek.
De Nationale Bank van België werd in deze zaak door Dhr. Piqueur betrokken doch dat onderdeel van de vordering was in eerste aanleg al naar de bijzondere rol verzonden.
Inzake de voertuigen (Rolls Royce, Aston en Club Car) werd het uitvoerend beslag doorgezet.
De vordering in revindicatie van Garage Vandenberghe betreffende de Porsche werd door de Beslagrechter gegrond verklaard. De curatele heeft hierin berust.
* * *
Bij vonnis van 8 januari 2019 werd Jeroen PIQUEUR op dagvaarding door de Ondernemingsrechtbank te Gent, afdeling Gent failliet verklaard. Mr. Benny Goossens en Mr. Pieter Huyghe werden als curatoren aangesteld.
De curatoren van het faillissement OPTIMA BANK zijn vrijwillig in de procedure tussengekomen.
Tegen dit vonnis werd hoger beroep aangetekend door Jeroen Piqueur en de zaak werd verschillende keren uitgesteld voor het Hof van Beroep te Gent gezien de hangende procedure derdenverzet door mevrouw Schumacher en ook het derdenverzet van Jeroen Piqueur tegen het arrest dat het derdenverzet van Schumacher heeft afgewezen. (zie verder)
Tegen het faillissementsvonnis zelf werd derdenverzet aangetekend door Benedicte Schumacher en werd tevens een vordering in ontkenning proceshandeling door Jeroen Piqueur ingesteld. De zaak derdenverzet werd behandeld voor de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent op 23 juni 2020 en werd gevonnist op 15 september 2020 waarbij het derdenverzet werd afgewezen. Tegen dit vonnis werd eveneens hoger beroep aangetekend door Piquer en Schumacher.
Deze samengevoegde zaken inzake het faillissement van Jeroen Piqueur werden in beroep gepleit voor het Hof van Beroep Gent op 21 juni 2021..
Bij arrest van 20 september 2021 heeft het Hof van Beroep Gent het faillissementsvonnis bevestigd zodoende het hoger beroep van Piqueur en Schumacher en het derdenverzet van Schumacher als ongegrond werden afgewezen evenals de vordering in ontkenning proceshandeling.
Mevr. Schumacher heeft de curatele en dhr. Piqueur gedagvaard per 14 september 2016 teneinde de persoonlijke verbintenis nietig te horen verklaren op grond van (i) artikel 224, § 1, 4 B.W. en (ii) wilsgebreken.
De vordering werd afgewezen bij vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 8 juni 2017.
Mevrouw Schumacher en dhr. Piqueur hebben hoger beroep aangetekend. Bij arrest van 17 oktober 2019 werd het hoger beroep van mevrouw Schumacher afgewezen.
Bij dagvaarding van 20 april 2020 werd door Jeroen PIQUEUR derdenverzet aangetekend tegen dit arrest. Deze zaak werd gepleit op 6 oktober 2021 en bij arrest van 25 november 2021 werd het derdenverzet van de Heer Piqueur onontvankelijk verklaard
3.3. Procedures tegen IMACO NV en Jeroen Piqueur als borgsteller
Dagvaarding vanwege de curatoren op 18 januari 2017.
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg Gent, afdeling Gent van 20 december 2017 werd de vordering gegrond verklaard.
IMACO en dhr. Piqueur werden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de som van (i) 885.029,68 EUR, (ii) 20.294,77 EUR en (iii) 61.590,53 EUR, meer de conventionele en gerechtelijke interesten. Dhr. Piqueur werd veroordeeld tot betaling van de som van 22.412,59 EUR.
IMACO en dhr. Piqueur tekenden op 28 februari 2018 hoger beroep aan. De zaak zou gepleit worden op 23 maart 2020 maar is door de Coronamaatregelen uitgesteld zonder dat de zaak opnieuw werd vastgesteld.
IMACO verzocht om toegelaten te worden tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie.
Tussenkomst vanwege de curatoren dd. 12 juni 2018 met oog op afwijzing verzoek.
Verzoek IMACO afgewezen bij vonnis van 19 juni 2018.
Hoger beroep door IMACO werd behandeld op 10 september 2018 en bij arrest van het Hof van Beroep te Gent van 17 september 2018 werd het hoger beroep afgewezen
Daarop hebben de curatoren Imaco gedagvaard in faillissement en bij vonnis van 8 januari 2019 werd deze door de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent failliet verklaard en werd Mr. Joris De Smet als curator aangesteld.
Tegen dit vonnis werd hoger beroep aangetekend door IMACO en de zaak zou behandeld worden op de zitting van het Hof van Beroep te Gent op 9 september en nadien op 14 oktober 2019 maar werd onbepaald uitgesteld in afwachting van de uitspraak over het derdenverzet van Jeroen Piqueur tegen het faillissementsvonnis van IMACO.
Tegen dit faillissementsvonnis werd dus ook derdenverzet aangetekend door Dhr. Piqueur en bij vonnis van 6 oktober 2020 heeft de Ondernemingsrechtbank Gent, Afdeling Gent dit derdenverzet ongegrond verklaard, waartegen zowel Imaco als Jeroen Piqueur hoger beroep hebben aangetekend.
Deze samen te voegen zaken werden in beroep gepleit op 4 oktober 2021 voor het Hof van Beroep Gent
Bij arrest van 25 oktober 2021 - waarbij de diverse zaken in beroep zijnde werden samengevoegd - werden de beroepen door IMACO ontoelaatbaar verklaard, de vordering in ontkenning proceshandeling onontvankelijk verklaard en het beroep van Piqueur ongegrond verklaard zodat de bestreden vonnissen van de Ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent werden bevestigd. De curatoren waren gestart met bewarende en uitvoerende beslagen op de roerende en onroerende goederen van IMACO doch zij dienen thans de samenloop met de andere schuldeisers te ondergaan gezien het faillissement gehandhaafd blijft
De curatoren verwijzen naar de faillissementsafwikkeling binnen IMACO.
Uit de verkoop van een onroerend goed te Bachte-Maria-Leerne kwam OPTIMA BANK in faling in ieder geval met haar hypothecaire inschrijving niet in nuttige rang en ontving zij geen dividend.
3.4. OPTIMA BANK / YES
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op intrekking van het reorganisatieplan wegens niet uitvoering ervan dd. 27 februari 2018.
YES werd inmiddels failliet verklaard. Mr. I. Van de Mierop werd aangesteld als curator.
De curatoren verrichtten aangifte van schuldvordering voor een provisioneel bedrag van 11.048.385,68 EUR.
Procedure hangende voor Nederlandstalige rechtbank van koophandel Brussel (rol in afwachting van standpunt curator YES).
De curator van het faillissement YES heeft potentiële vorderingen in de strafprocedure.
3.5. OPTIMA BANK / Chantiers – SFI PRIVATE
Dagvaarding vanwege de curatoren met oog op betaling van een bedrag van 235.550,00 EUR in hoofdsom dd. 13 januari 2017.
Procedure hangende voor de rechtbank van koophandel Waals-Brabant. Pleitdatum: 19 september 2018. Er werd een tussenvonnis gewezen op 17 oktober 2018 waarbij de debatten worden opgeschort tot er uitspraak is in een andere procedure hangende voor de Franstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel (zaak met YES-zie 3.4).
3.6. Pro memorie
Pro memorie laten de curatoren opmerken dat nog diverse andere gerechtelijke procedures lopen, die (i) ofwel reeds hangende waren op datum van faillissement van OPTIMA BANK, ofwel (ii) tijdens het faillissement werden ingeleid in het kader van passiefdiscussies.
In dat opzicht heeft de curatele in 2020 een bedrag van 2 070 000 EUR ontvangen van de procedure Banco Inversis (Spanje). Het bedrag is thans definitief verworven gezien de afwijzing van het cassatieberoep van Banco Inversis. Meteen staat ook vast dat de passiefvordering voor een bedrag van 1 575 000 EUR zal komen te vervallen
Alle kredieten werden lange tijd voor het faillissement opgezegd in het kader van de afbouw van de bankactiviteiten. Er waren 3 probleemgevallen die niet opgelost geraakten, waarmee de curatele dan een afbetalingsplan heeft afgesloten.
Randopmerking : de curatoren worden nog door de notarissen zeer regelmatig gevraagd om een doorhalingsattest af te leveren voor (zeer) oude kredieten wat nog steeds de bijstand vereist van een vroegere medewerker van OPTIMA en de aansluiting op het digitaal platform en de archieven.
II Overzicht passief en uitgaven
Enkele vaststellingen en evoluties sinds 6.9.2016 m.b.t. het passief dat toen geraamd werd op 115 684 610,24 EUR
Of een potentieel passief van ruim 112 miljoen euro dat zoals hierna aangegeven in een verder fase nog kan verminderen. Ten opzichte van het vorig jaarverslag is er al een vermindering van ca. 1,5 miljoen euro. Ruim 84 miljoen euro is nog in betwisting om diverse redenen : ingeroepen voorrecht, omvang, verschuldigdheid, dubbele aangifte, enz.
Delen van de schuldvorderingen van de individuele rekeninghouders zullen dan ook komen te vervallen doch de precieze omvang zal pas kunnen bepaald worden in de loop van de komende jaren.
Zowel het Garantiefonds als de rekeninghouders (natuurlijke personen en KMO’s) voor de saldi die niet door het GF vergoed werden, zijn bevoorrecht. Velen hebben dit bij hun aangifte over het hoofd gezien maar de curatele heeft dit zoveel als mogelijk laten rechtzetten.
Ondertussen werd sinds afgelopen jaarverslag met het Garantiefonds onderhandeld en is de curatele akkoord gegaan dat het GF die schuldeisers die nog geen tegemoetkoming aan het GF hadden gevraagd en wiens vordering wel in het faillissement werd aangegeven en aanvaard, zouden uitbetaald worden met subrogatie. Uiteraard binnen de wettelijke beperking tot 100 000 EUR.
Ook het FSO werd terugbetaald voor de vordering in de rang van art.19.3 Hyp.W. en tevens de inhoudingen RSZ (werknemersbijdragen). De inhoudingen Bedrijfsvoorheffing zijn in 2019 betaald geworden.
Daarnaast is er ook nog de procedure in Spanje tegen Banco Inversis gunstig is verlopen en naast recuperatie van actief, heeft dit een passief beperking van 1,5 miljoen EURO meegebracht
Ook het aangemeld passief in de procedure Les Entreprises Louis De Waele (brand) van ca.
5 000 000 EUR kan mogelijks wegvallen nu de vordering van Achmea Schadeverzekeringen bij vonnis van 26 maart 2020 van de Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel is afgewezen. Er is hoger beroep hangende en de zaak is nog niet vastgesteld voor pleidooien, een minnelijke conclusieronde loopt nog tot in 2024 gelet op de hoeveelheid betrokken partijen.
Tot 1 juni 2018 werd de hoofdboekhouder in dienst gehouden om de curatoren bij te staan in de vereffeningswerkzaamheden en de afbouw van de bankactiviteiten. Deze kost is dus weggevallen, maar occasioneel en ad hoc moet op hem nog beroep gedaan worden (zie hoger randopmerking)
III Vooruitzicht op betaling
Actueel is er nog actief beschikbaar van ongeveer 40,7 miljoen euro (na aftrek van de boedelkosten en de reeds uitbetaalde schuldeisers (sociale voorrechten, bedrijfsvoorheffing en pandhouders en voorschot Garantiefonds) voor een bedrag van 45 381 905,81EUR.
Rekening moet uiteraard ook gehouden worden met de bijkomende boedelkosten die kunnen geraamd worden op 2 à 3 miljoen euro gezien de te verwachten lange looptijd van de vereffening van dit faillissement, maar er zal ook nog bijkomend actief gerealiseerd worden zodat het thans nog steeds moeilijk in te schatten is hoeveel uiteindelijk zal kunnen verdeeld worden onder de schuldeisers.
Alle cijfers zijn dus louter een prognose op basis van gekende gegevens en inschatting van onbekende gegevens en zijn dus onder alle voorbehoud.
Dit betekent dat volgende bevoorrechte schuldeisers hun vordering volledig zullen betaald zien :
Er liepen ook nog procedures van schuldeisers die de weigering tot tussenkomst van het Garantiefonds aanvechten voor de Raad van State en beweren dat ook zij van de tussenkomst van het GF kunnen genieten omdat zij in tegenstelling met het standpunt van het Garantiefonds stellen geen openbare overheid te zijn en dus in aanmerking komen voor tussenkomst en bevoorrechting voor het saldo. Een van deze vorderingen werd intussen afgewezen. Deze schuldeisers vertegenwoordigen een schuldvordering van toch 3 miljoen euro.
Op basis van het laatste proces-verbaal ven verificatie gaat het over een bedrag van ongeveer 13 725 000 euro waarvan slechts 100 000 EUR betwist word zodat deze naar verwachting hun volledige vordering zullen recupereren. Betaling kan nog niet in het vooruitzicht gesteld worden gezien eerst de in rang voorafgaande schuldvorderingen in omvang definitief moeten gekend en betaald zijn en de hangende betwistingen moeten opgelost worden. Deze zullen bij voorrang boven de betwiste gewone schuldvorderingen behandeld worden.
Er zijn 26 betwiste schuldvorderingen in het bevoorrecht passief.
Naar verwachting zal er dus ook voor de gewone schuldeisers (waarin begrepen de leveranciers en de openbare overheden en financiële instellingen met rekeningen bij de bank die niet onder de waarborg van het GF vallen) een dividend zijn. Hier zijn er 200 betwiste schuldvorderingen.
Het volgende jaarverslag zal opgemaakt worden na 15 juni 2023.
Gent, 17 augustus 2022
Geert Defreyne Matthias Gesquière Hans De Meyer
ÉTAT INTERMÉDIAIRE DE LA FAILLITE D'OPTIMA BANQUE S.A.
15 juin 2022
Les informations générales suivantes sont fournies sous réserve de tous droits et sans reconnaissance préjudiciable aucune susceptible d'être invoquée en justice ou ailleurs à l’égard de la curatelle/Optima Banque.
Le 15 juin 2016, le tribunal de commerce de Gand, Division Gand, a prononcé la faillite de la SA OPTIMA BANQUE.
Six ans plus tard, les curateurs dressent un état des lieux, étant donné qu’après le 15 juin 2017, les créanciers ne peuvent plus introduire de déclaration de créance et que le Fonds de garantie a clôturé son intervention le 9 juin 2017.
Les curateurs ont actuellement une meilleure perception de l'importance du passif déclaré, qui pourrait s’élever à un montant de 100 à 115 millions d'euros, et ils ont pu réaliser entre-temps une grande partie de l’actif, à concurrence de plus de 89 millions d’euros.
Ceci leur a permis de verser en mars 2018 déjà les soldes des montants dus aux ex-salariés, ainsi qu’en 2020 un dividende d’avance au Fonds de garantie à concurrence de 37,5 millions d’euros.
Les titulaires de comptes autres que les pouvoirs publics recevront à leur tour le solde intégral qui n'ont pas été recouvrés par l'intermédiaire du Fonds de garantie ou qui n’ont pas nécessité une intervention du Fonds de garantie.
En ce qui concerne les créanciers chirographaires, dont les pouvoirs publics titulaires de comptes, il reste à voir s'il y restera un dividende pour eux, mais les chances qu’il en soit ainsi sont très réelles. Outre la maximisation de l'actif, tout a été mis en œuvre pour limiter le passif de manière au maximiser le dividende éventuel.
ATTENTION : Merci toutefois de ne pas vous informer, pour l’instant, inutilement de la situation auprès des curateurs de l'état de la situation ni de leur demander des attestations fiscales concernant le passif chirographaire.
Une nouvelle évaluation sera réalisée vers le 15.6.2023 et sera publiée sur le présent site internet.
Le présent rapport fait état des activités accomplies depuis le rapport annuel précédent du 15.6.2023 et de l'état actuel des choses.
à réaliser encore :
Tout a en grande partie été réalisé en 2016/2017.
Reste à vendre :
Actions Tessenderlo Chemie (valeur actuelle plus de 70.000,00 euros) ;
Reste à percevoir :
Obligations Grèce (valeur actuelle plus de 85.000 euros) : échéance 15/10/2042
Emprunt obligataire Ville de Gand pour un montant de 500 000 euros : échéance 01/03/2023 – rapporte tous les ans 17000 euros
Restent encore quelques appareils informatiques obsolètes nécessaires pour la consultation des archives, qui ne pourront probablement pas être vendus.
3.1. Procédures en responsabilité diverses
Citation à comparaître émanant des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs, membres de la direction et BNB à concurrence de 10.083.937,09 euros.
En cours devant le tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles. Jugement du 24.4.2020 remis indéfiniment, conformément à l’art.4 du titre préliminaire du C. Proc. pén., jusqu’au prononcé définitif au pénal dans l’instruction en cours.
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE, OPTIMA GROUP et EY à concurrence de 2 386 619,94 euros.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE, OPTIMA GROUP, administrateurs et membres de la direction d’OPTIMA GROUP et EY à concurrence de
3 348 514,70 euros.
Renvoyée au rôle particulier en attendant la procédure au pénal.
(iii) OPTIMA BANQUE / anciens administrateurs et membres de la direction dans le cadre d'une faute grave manifeste
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 26 janvier 2018.
Créance vis-à-vis des anciens administrateurs et membres de la direction d'OPTIMA BANQUE pour faute grave manifeste, réclamant le paiement du passif net.
Renvoyée au rôle particulier en attendant la procédure au pénal.
(iv) Plainte avec constitution de partie civile
Plainte avec constitution de partie civile de la part des curateurs dans l'enquête judiciaire en cours menée par le juge d'instruction Serlippens.
L’action finale du Procureur du Roi visant à renvoyer la cause au tribunal correctionnel est introduite devant la Chambre correctionnelle du Tribunal de première instance de Flandre orientale le 16 juin 2021. Vu que diverses parties ont demandé des actes d’instruction complémentaires, cette procédure a été renvoyée à l’audience du 20 octobre 2022.
Ces requêtes ont été écartées par le juge d'instruction, après quoi différents inculpés ont fait appel, de sorte que la cause n'a pas pu être traitée à l'audience du 12 janvier 2022 et a été reportée au 2 mars 2022. La Chambre de Mise en Accusation (CHA) a écarté l'ensemble de ces appels, à l'exception d'un appel, et l'instruction complémentaire demandée a dû être mise en œuvre.
En date du 18.1.2022 un des inculpés a adressé une demande à la CHA aux fins de procéder à un contrôle judiciaire du dossier répressif sur pied de l'art. 235bis CIC.
De ce fait, la cause n'a pas pu être traitée à l'audience de la Chambre de conseil du 2 mars 2022 et elle a été reportée à l'audience du 14 septembre 2022.
La CMA a décidé, dans son arrêt du 14 juin 2022, que mis à part l'écartement de certaines pièces en raison de la violation du secret professionnel de l'avocat et de la loi sur l'emploi des langues, il n'y a pas lieu d'écarter du dossier d'autres pièces dans l'état actuel de la procédure.
Or, un appel auprès de la CMA est toujours en cours contre le refus d'une nouvelle demande d'instruction complémentaire d'un inculpé, qui sera traité en date du 23 juin 2022.
Sous cette réserve la cause pourra être traitée en Chambre de conseil du 14 septembre 2022.
3.2. Exécution de l'obligation Jeroen Piqueur pour 20 000 000,00 euros en principal
Citation à comparaître de la part des curateurs en date du 19 septembre 2016.
La Banque Nationale de Belgique a été mise en cause par M. Piqueur, mais cet élément de la demande a déjà été renvoyé en première instance au rôle particulier.
En ce qui concerne les véhicules (Rolls Royce, Aston et Club Car), il a été procédé à la saisie- exécution.
La requête en revendication de la Porsche par le Garage Vandenberghe a été déclarée fondée par le juge des saisies. La curatelle s’est conformée à cette décision.
* * *
Jeroen Piqueur a été déclaré, après citation, en faillite par jugement du 8 janvier 2019 du Tribunal de l’entreprise de Gand, section Gand. Monsieur Benny Goossens et M. Pieter Huyghe ont été désignés comme curateurs.
Les curateurs de la faillite OPTIMA BANQUE sont intervenus volontairement dans la procédure.
Jeroen Piqueur a interjeté à plusieurs reprises appel de ce jugement et la cause a été ajournée à plusieurs reprises par la Cour d’appel du fait de la procédure de tierce-opposition pendante intentée par madame Schumacher, et maintenant aussi la tierce-opposition de Jeroen Piqueur contre l’arrêt rejetant la tierce-opposition de Schumacher. (voy. ci-après)
Benedicte Schumacher a déjà intenté une action en tierce-opposition du jugement de déclaration en faillite proprement dite et Jeroen Piqueur a à son tour intenté une action pour déni de justice. La cause de tierce-opposition a été examinée par le Tribunal de l’entreprise de Gand, section Gand, le 23 juin 2020 et la tierce-opposition a été rejetée par jugement rendu le 15 septembre 2020. Piqueur et Schumacher ont interjeté appel de ce jugement.
Ces causes cumulées relatives à la faillite de Jeroen Piqueur ont été plaidées le 21 juin 2021 devant la Cour d’appel de Gand.
Aux termes de son arrêt du 20 septembre 2021 la Cour d'Appel de Gand a confirmé le jugement déclaratif de faillite, de sorte que l'appel de Piqueur et de Schumacher et la tierce opposition de Schumacher ont été rejetés comme étant infondés, tout comme l'action en désaveu.
Mme Schumacher a cité la curatelle et M. Piqueur le 14 septembre 2016 afin d'entendre déclarer nulle la sûreté personnelle sur base (i) de l'article 224, § 1, 4 du Code civil et (ii) de vices de consentement.
La demande a été rejetée par jugement du Tribunal de première instance de Gand, division Gand, du 8 juin 2017.
Madame Schumacher et M. Piqueur ont interjeté appel. La demande en appel de madame Schumacher a été rejetée par l’arrêt du 17 octobre 2019.
Par citation du 20 avril 2020, Jeroen PIQUEUR a formé une tierce opposition à cet arrêt. La cause a été plaidée le 6 octobre 2021 et la tierce opposition de M. Piqueur a été déclarée irrecevable par arrêt du 25 novembre 2021.
3.3. Procédures contre IMACO SA et Jeroen Piqueur en tant que garant
Citation à comparaître de la part des curateurs le 18 janvier 2017.
La demande a été déclarée fondée par jugement du Tribunal de première instance de Gand, division Gand, du 20 décembre 2017.
IMACO et M. Piqueur ont été condamnés solidairement au paiement de la somme de (i) 885 029,68 EUR, (ii) 20 294,77 euros et (iii) 61 590,53 euros, à majorer des intérêts conventionnels et judiciaires. M. Piqueur a été condamné au paiement de la somme de 22 412 59 euros.
IMACO et M. Piqueur ont interjeté appel le 28 février 2018. La cause aurait dû être plaidée le 23 mars 2020, mais tout a été reporté en raison des mesures corona. Aucune nouvelle date de plaidoyer n’a encore été fixée.
IMACO a demandé à être admis à la procédure de réorganisation judiciaire.
Intervention des curateurs le 12 juin 2018 en vue du rejet de la demande.
Demande d'IMACO rejetée par jugement du 19 juin 2018.
L'appel d'IMACO a été examiné le 10 septembre 2018 et rejeté par arrêt de la Cour d’appel de Gand du 17 septembre 2018.
Sur ce, les curateurs ont cité Imaco en faillite et celle-ci a été déclarée en faillite par jugement du tribunal de l’entreprise de Gand, section Gand, par jugement du 8 janvier 2019. Monsieur Joris De Smet a été nommé curateur.
IMACO a interjeté appel de ce jugement et la cause allait examinée à l’audience de la Cour d’appel de Gand, le 9 septembre 2019 et ensuite le 14 octobre, mais celle-ci a été reportée sine die
en attendant la décision concernant la tierce-opposition de Jeroen Piqueur au jugement de la faillite d’ IMACO.
Monsieur Piqueur a donc aussi formé tierce-opposition et le Tribunal de l’entreprise de Gand, Section Gand, a déclaré dans son jugement du 6 octobre cette tierce-opposition sans fondement, suite à quoi tant Imaco que Jeroen Piqueur ont interjeté appel dudit jugement.
Les causes cumulées seront plaidées en appel le 4 octobre 2021 par la Cour d’appel de Gand.
Aux termes de l'arrêt du 25 octobre 2021 - dans lequel les différentes causes en appel ont été jointes - les appels d'IMACO ont été déclarés inadmissibles, la demande en désaveu a été déclarée irrecevable et l'appel de Piqueur a été déclaré infondé, de sorte que les jugements a quo du tribunal de l'entreprise de Gand, division de Gand, ont été confirmés. Les curateurs à la faillite avaient lancé les saisies conservatoires et saisies-exécution sur les biens meubles et immeubles d'IMACO, mais à présent ils doivent subir le concours avec les autres créanciers puisque la faillite est maintenue.
Les curateurs s'en réfèrent au règlement de la faillite au sein d'IMACO.
Quoi qu'il en soit, dans la vente d'un bien immobilier sis à Bachte-Maria-Leerne, OPTIMA BANK en faillite n'a pas atteint un rang utile avec son inscription hypothécaire et n'a reçu aucun dividende.
3.4. OPTIMA BANQUE / YES
Citation à comparaître de la part des curateurs en vue du retrait du plan de réorganisation en raison de sa non-exécution en date du 27 février 2018.
YES a entre-temps été déclaré en faillite. M. I. Van de Mierop a été nommé curateur.
Les curateurs ont déposé une déclaration de créance pour un montant provisionnel de 11 048 385,68 euros.
Procédure pendante devant le tribunal de commerce néerlandophone de Bruxelles (rôle en attendant la position du curateur YES).
Le curateur de la faillite YES a potentiellement des actions dans la procédure pénale.
3.5. OPTIMA BANQUE / Chantiers – SFI PRIVATE
Citation à comparaître de la part des curateurs en vue du paiement d'un montant de 235 550,00 euros en principal en date du 13 janvier 2017.
Procédure en cours devant le tribunal de commerce du Brabant wallon Date des plaidoiries : 19 septembre. Un jugement interlocutoire a été rendu le 17 octobre 2018 prononçant la suspension des débats jusqu’à ce qu’une décision ait été prise dans une autre procédure en cours devant le Tribunal de l’entreprise de Bruxelles (cause avec YES- voy. 3.4).
3.6. Pour mémoire
Les curateurs font remarquer pour mémoire que diverses autres procédures judiciaires sont menées qui (i) étaient soit déjà en cours à la date de la faillite d'OPTIMA BANQUE soit (ii) ont été introduites pendant la faillite dans le cadre des discussions au sujet du passif.
La curatelle a ainsi perçu l’année dernière un montant de 2 070 000 euros provenant de la procédure Banco Inversis (Espagne). Le montant est maintenant définitivement acquis vu le rejet du recours en Cassation de Banco Inversis. Il apparaît en même temps clairement que la créance passive d’un montant de 1 575 000 euros s’éteindra.
Tous les crédits ont été résiliés longtemps avant la faillite dans le cadre de la réduction progressive des activités bancaires. Il y a eu 3 cas problématiques non résolus, avec lesquels la curatelle a ensuite conclu un plan de remboursement.
Note marginale : les notaires demandent très régulièrement aux curateurs de délivrer un certificat de radiation pour des crédits (très) anciens, ce qui exige toujours l'assistance d'un ancien collaborateur d'OPTIMA ainsi que l'accès à la plateforme numérique et aux archives.
II Relevé du passif et des dépenses
Constats et évolutions depuis le 6.9.2016 concernant le passif estimé à l'époque à 115 684 610,24 euros
Total chirographaire déclaré
79.634.879,58 €
Total chirographaire accepté
6.243.872,21 €
Total chirographaire contesté
27.859.614,53 €
Total privilégié déclaré
74.188.219,21 €
Total privilégié accepté
21.995.666.94 €
Total privilégié contesté
56.355.574,53 €
Total passif déclaré
153.823.098,79 €
Total passif contesté
84.215.189,06 €
Total passif accepté
28.239.539,16 €
TOTAL PASSIF
112.454.728,22 €
Des parties des déclarations de créances des titulaires de comptes individuels seront dès lors caduques mais le montant exact ne pourra être déterminé que dans le courant des années à venir.
Tant le Fonds de garantie que les titulaires de comptes (personnes physiques et PME), pour les soldes non remboursés par le FG, sont privilégiés. Nombreux sont ceux qui ont perdu de vue cet aspect dans leur déclaration, mais la curatelle a fait rectifier cela autant que possible.
Entre-temps, depuis le rapport annuel de l'année dernière, des négociations ont eu lieu avec le Fonds de Garantie et les curateurs ont accepté que le FG paie avec subrogation les créanciers qui n'avaient pas encore demandé d'indemnisation au FG mais dont les créances ont été déclarées et acceptées dans la faillite. Évidemment endéans la limite légale de 100 000 euros.
Le FFE a également été remboursé pour la créance au rang de l'art. 19.3 de la loi sur les hypothèques ainsi que les retenues ONSS (cotisations des salariés). Les précomptes professionnels prélevés ont été payés en 2019.
Notons en outre la procédure en Espagne contre Banco Inversis, qui s'est déroulée favorablement et qui, en plus de la récupération d'éléments d’actif, a abouti à une réduction du passif de 1,5 million d'euros.
Le passif déclaré dans la procédure ‘Les Entreprises Louis De Waele’ (incendie) d’environ
5 000 000 euros pourrait disparaître vu que l’action d’Achmea Schadeverzekeringen a été rejetée par le jugement du 26 mars 2020 du Tribunal de l’entreprise néerlandophone de Bruxelles. Un appel est pendant et la cause n'a pas encore été fixée pour plaidoiries, une tournée de conclusions amiable est encore en cours jusqu'en 2024 compte tenu du nombre de parties impliquées.
Le chef-comptable est resté employé jusqu'au 1er juin 2018 afin d’assister les curateurs dans les travaux de liquidation et de réduction progressive des activités bancaires. Ces coûts n'existent donc plus. Il doit encore être sollicité occasionnellement et de manière ponctuelle (voir ci-dessus).
III Perspectives de paiement
Actuellement, l’actif encore disponible s’élève à 'environ 40,7 millions d'euros (déduction faite des coûts de la masse et des créanciers déjà payés (privilèges sociaux et créanciers gagistes) pour un montant de 44 981 905 ,81 euros.
Bien sûr, il faut aussi tenir compte des coûts supplémentaires de la masse qui peuvent être estimés à 2 à 3 millions d'euros compte tenu du long terme prévu de la liquidation de cette faillite, mais il faut aussi savoir que des éléments supplémentaires d’actif seront également réalisés, de sorte qu'il est actuellement difficile de déterminer combien on pourra finalement distribuer entre les créanciers.
Tous les chiffres sont donc un simple pronostic basé sur des données connues et des estimations de données inconnues et sont donc soumis à toutes les réserves.
Cela signifie que les créanciers privilégiés suivants verront leur créance entièrement remboursée :
Des procédures sont également toujours en cours de la part de deux créanciers qui contestent le refus d'intervention du Fonds de garantie devant le Conseil d'État et qui prétendent pouvoir, eux aussi, bénéficier de l'intervention du Fonds de garantie parce que, contrairement à ce qu’estime le Fonds de garantie, ils affirment ne pas être des pouvoirs publics et donc être éligibles à l'intervention et au traitement privilégié du solde. Ces créanciers représentent ensemble une créance de 3 millions d'euros.
Sur la base du dernier procès-verbal de vérification, il s’agirait d’un montant de près de 13 725 000 euros, dont 100 000 euros seulement sont contestés, de sorte qu’ils récupéreront en toute probabilité la totalité de leur créance. Le paiement ne peut pas encore être planifié, vu qu’il faut d’abord savoir à combien s’élève le montant définitif des créances privilégiées d’un rang supérieur et que ces montants doivent être payés et que les contestations en cours doivent être résolues. Celles-ci seront traitées par priorité avant les créances chirographaires contestées.
Le passif privilégié comprend 26 créances contestées.
Selon toute probabilité, il y aura donc aussi pour les créanciers chirographaires (y compris les fournisseurs et les pouvoirs publics et les institutions financières dont les comptes auprès de la banque ne sont pas couverts par la garantie du FG), un dividende. ON dénombre 200 créances contestées. Comme le passif ordinaire a diminué par rapport à celui du dernier rapport annuel, le dividende a augmenté.
Le prochain rapport annuel sera dressé le 15 juin 2022.
Gand, le 17 août 2022
Geert Defreyne Matthias Gesquière Hans De Meyer